De Timeless rond Engeland door Marc van Echelpoel

Onze voorzitter Jan Heeren maakt een droom waar van menig zeiler: Engeland rond varen.

Half juni vertrok hij vanuit De Roompot. Hij nodigt zeilers uit voor deeltrajecten. Luc Marien en Marc Van Echelpoel waren de gelukkigen om eind juli - begin augustus een week noord-west-Schotland te bevaren.

Samen met Jan, die omwille van familiale omstandigheden naar België was moeten komen,  vlogen we naar Glasgow om van daaruit  naar Mallaig te rijden waar Jan’s boot, de Timeless, wachtte.

Wachtend op de trein werd een bijzonder mooie telefoonhoes met Schotse vlag gevonden voor Jan.

Een onwaarschijnlijk leeg berglandschap met gras en schapen ontvouwde zich tijdens de treinreis met bij valavond de ene troep herten na de andere.

Na een dag foerageren en pubs werd een lange dag van 12 u gemaakt vanuit Mallaig naar Oban via de Sound of Mull waar aangelegd werd in een nieuwe haven die sinds 3 dagen open was.

Een ganse dag trokken we over wijds water door een verlaten landschap van bergen, dramatisch belicht door de dans van wolken en zon en…besproeid door de obligate Schotse regenbui. Dit zou zich dagen lang herhalen: Schotland nestelt zich in je ziel.

Twee winters ging ik, jaren geleden, klimmen in Schotland met een Schotse vriend Neil, later met mijn oudste dochter Karen. Schotland kruipt binnen.

De globale voorspelling van de windrichting kun je best negeren: ga het water op en je zal wel zien van waar hij komt en naar waar hij gaat gedurende de tocht.

Meestal kookten we zelf: het zeilen, de wind, de boot, de omgeving doet veel …of is het ons mens zijn en onze vrienden die het doen ?

Vanuit Oban naar de ingang van het Crinankanaal om daar op mooring te overnachten.

We kregen de rubberboot opgeblazen en na veel geknutsel de buitenboordmotor aan de praat zodat we van op de wal de eerste 2 sluizen konden verkennen. De logica ingebakken in een eenvoudige motor: benzinetoevoer nazien(kraantje verstopt) en de carburator (vervuild) kuisen.

Door dit kanaal te nemen naar Andrishaig wordt de lange en gevaarlijke omweg langs de kust van het bezongen schiereiland Kintyre overbodig.

Schots lied over Kintyre ook gezongen door Paul Mc Carthy: https://www.youtube.com/watch?v=v2Y6xFOPPW0

Indrukwekkend: Tweehonderd jaar geleden gegraven, 15 sluizen en 7 bruggen over een afstand van 14 km brengen je bergop en bergaf terug in de open wateren. Vroeger een belangrijke shortcut voor de beroepsvaart. Nu grotendeels bediend door jobstudenten, deels door onszelf: pfff…

Onderweg kwamen we in vervoering van Muziek met hoofdletter: onder andere Nina Simone wist ons te betoveren tijdens het koken en de ‘avonden’.

Ja, je zit dicht bij elkaar de hele tijd op die boot, en het is toch bijzonder dat het lukt (soms ook niet) om oprecht te zijn en het fijn te houden. Een metafoor voor het leven ?

Van Andrishaig naar Kames in de ‘Kyles of Bute’. Opnieuw aan de mooring.  Vlak voor de aankomst kruisten we een kleiner zeiljacht. Ze hadden ons zien komen en…inderdaad een wedstrijdje.

Zodra we hen kruisten een symphatiek doch verliezend gejoel van op hun boot. Deze twee aparte mannen troffen we ‘s avonds in the pub: Ollie & Cameron.

Samen eten, drinken en babbelen, honderd uit. Ook de whisky was present.

De jongste bleef me sterk bij, Cameron, die als 16-jarige een nabij schiereiland had verlaten vanuit uitzichtloosheid om in Manchester een leven te beginnen. Wat er allemaal niet aan elkaar toevertrouwd wordt tijdens het zeilen. ’t Blijft wonderlijk.

Wat blijft je bij…

Voor mij …ont-moeten…niet moeten.

Vanuit Kames naar Lamlash (eiland Aran) met een stevige 6 Bft aan de wind met 9 knopen: de boot legde zich eens goed en daar ging hij als een speer en gaf geen krimp. Iedereen glunderde.

Ook hier weer op een mooring: een prachtig alternatief. Zoiets als natuurkamperen in plaats van op de camping.

De buitenboordmotor van de dinghy deed het niet en er werd naar de kant geroeid met wind op kop: geen sinicure.

De laatste dag werd overgestoken naar Troon waar de volgende ploeg opstappers aankwam.

Met huurauto en vliegtuig vanuit Manchester werd een punt gezet achter deze indrukwekkende en prachtige zeilweek met een top-kapitein en 2 dienstbare matrozen.

Maar nog liever laten we Ollie en Cameron aan het woord: fine boat and a very fine crew.

Moeder, help, ik ben in de war

 Paul R.

“Komt er nog wat van?  Als u nou niet doorvaart, gooi ik de brug weer dicht!”…

Hoog boven mij is er iemand heel boos .Zuchtend geef ik , met het licht nog steeds op rood-groen , een dot gas bij . Ik ben in de war , nog geen maand geleden kreeg ik een opmerking toen ik wel door rood-groen licht voer. En dan spreek ik nog niet over de boze blikken die andere boten mij toewerpen in verband met mijn suffig vaargedrag, onderwijl  plankgas opstomend naar de brugopening bij rood-groen.

Moeder, wat moet ik doen?

Een vraag aan rijkswaterstaat en een antwoord voorwaar na enkele weken:

Geachte heer/mevrouw,

U heeft recent een melding gedaan bij Rijkswaterstaat.

Hartelijk dank hiervoor.

Uw melding

ik ben in de war. Gisteren aan de spoorwegbrug te Dordrecht. Het licht stond op rood-groen. Verleden maand aan de Haringvlietbrug van de bruggenwachter een opmerking gehad omdat ik door rood-groen voer. Gisteren 9u11 een nogal cassante opmerking van de bruggenwachter te Dordrecht omdat ik wachtte op groen . Wat moet ik nu doen in de toekomst?? Doorvaren bij rood-groen of wachten op groen?


Onze reactie
U heeft ons gevraagd wanneer u precies kunt doorvaren. In het onderstaande overzicht staat de uitleg over de diverse seinen die bij een brug/sluis worden toegepast.

Seinen bij een brug/sluis

  • Dubbel rood (twee rode lichten, onder elkaar): brug buiten bedrijf, doorvaart verboden.
  • Enkel rood (een rood licht): brug in bedrijf, maar doorvaart is verboden.
  • Groen-rood (een groen onder een rood licht): doorvaart verboden, maar wordt aanstonds/zo dadelijk bediend.
  • Groen (een groen licht): doorvaart toegestaan.

    
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
 

Met vriendelijke groet,

Landelijke Informatielijn Rijkswaterstaat

Een antwoord , hoewel correct, maar toch niet bevredigend.

Ik stuur een tweede vraag:

Uw melding

Bedankt voor uw antwoord, een technisch en veilig antwoord, maar het gaat voorbij aan de ondertoon van mijn vraag.

Ik zal mijn vraag herformuleren: wat moet ik doen als een brugwachter dreigt de brug terug te sluiten als ik niet 'onmiddellijk' door rood-groen vaar?

Onze reactie
Dat u in de war raakt kunnen we ons voorstellen. Hier wordt nogal divers mee omgegaan bij de bedienaars in Nederland.  In het reglement staat: Bij rood/groen: doorvaart verboden, wordt aanstonds toegestaan. Echter als een brugwachter de aanwijzing geeft dat een schip door rood/groen mag varen, dan mag dit. Dit mag zelfs als het licht op rood staat. Een aanwijzing staat boven het reglement. Dus u kunt deze  aanwijzing gewoon opvolgen. Echter het dreigement van de brugwachter (om de brug weer te sluiten als u niet doorvaart) is niet correct geweest.

Bedankt Rijkswaterstaat, dit is duidelijk: rood-groen betekent doorvaart verboden, maar wordt aanstonds bediend. Een aanwijzing van een brugwachter staat  echter boven het reglement. Zelfs bij rood.

Ik wil nog afsluiten met een blog van een brugwachter (???) hilarisch in zijn bewoordingen:

……Nou zit ik dus op de brug en het is weer zomer en ze motte mijn weer allemaal hebben. Met name van die lijers in die kleine houten pokkebootjes. Van die gelakte houten dingen die meer kosten als een auto. Die kennen d’r niet onderdoor want ten eerste hebben ze een lel van een vlag achterop en B willen ze niet bukke. En een vaarbewijs hebben ze niet, want dat hoef niet voor klein spul.

Laatst kwam d’r een naar de kant, die zeg: waarom gaat u niet open? Ik leg al tien minuten! Ik zeg mot je kijken meneer, als ik open ga duurt dat minstens vier minuten en staan d’r zo vijftig auto’s en tien fietsers dan wel voetgaanders. Zeg zestig man. Keer vier minuten. Staan we dus 240 minuten te wachten omdat u met uw bootje van de ene naar de andere sloot moet. Nou draai ik om het kwartier. En jij zit in je bootje, lekker op het water, je vrouw leg voorin… wat ken het schele?

Gelukkig heb je die kleine boten niet als het regent. Ik zeg altijd de regen spoelt het schuim van het water. Het ken mij niet nat genoeg zijn in de zomer, gek eigenlijk he.

Die grote boten zijn ook erg hoor. Van die grote witte, champagnekisten noemen wij die. Met zo’n vetnek bovenop met een witte pet en zo’n geblondeerd wijf op het achterdek, glaassie sherry d’r bij… Weet je wat die boten kosten, dat ken een eerlijk mens nooit verdienen hoor.
En dat komt dan aan en gaat meteen legge toetere op de marifoon, zo van “Brugwachter, Brugwachter, Brugwachter, hier de Free Spirit, hier de Free Spirit, hier de Free Spirit, heeft u voor mij misschien een openingetje?”

Ja Godverredomme ik zit hier de hele dag in een huissie met zukke ruiten, ik ZIE je toch? En dat alles drie keer herhalen is ook zo irritant, die hebben het marifooncertificaat gehaald. Waar slaat dat op, je ben niet op de Noordzee! Ik snap heus wel dat je d’r door mot maar van de andere kant komp ook nog wel eens wat en ik ken toch niet om de vijf minuten dat ding open gooien?

En dan gaan ze ook vijfhonderd meter voor de brug al stilliggen. Denken dat ze een olietanker besturen, zeker. Tegen dat ik open ben duurt het nog een minuut voor ze d’r zijn. Vooral als ze dan gaan legge wachten tot het enkel groen is.

Weet je hoe dat zit met scheepvaartseinen? Nou, dan leg ik het uit. Kijk het is net als een stoplicht maar dan met rood groen rood, van boven naar beneden. Aan elke kant van de brug heb je er twee, maar da’s alleen voor de zekerheid. Nou, dubbel rood wil zeggen dat we gesperd zijn. Dan ister geen brugwachter, je ken het schudden. Enkel rood is: we zijn dicht. Rood met groen wil zeggen: we gaan open dus maak je touwen los, start je motor, drink je glas leeg, weet ik veel wat ze uitspoken. Dan gaat de brug open en krijg je groen. Dan mag je er door. En dan de andere kant, die krijgt dan pas groen.

Nou is het zo dat je formeel gezien pas door een brug mag als je enkel groen heb. Maar ja, als elke roeiboot en kano gaat wachten tot zo’n ding helemaal op top is, kost dat weer tijd. Ik heb dus maar graag dat je er doorheen rost zodra het ken. Scheelt weer een minuut op een opening. Die mense op de weg betale wegenbelasting, die willen rijen. Die boten betalen geeneens geen wegenbelasting, da’s allemaal ongeregistreerd. Azzie nog wil weten waar Nederland ze zwarte geld heb: het drijft.

Nou is het dus vaak zo dat je bijna dicht mag en d’r komt nog een of andere zak hooi de bocht om. Die boten houden altijd ruim afstand, dan hebben ze het gevoel dat ze lekker alleen op de wereld zijn. En dan klimmen ze in de marifoon: ‘Brugwachter ken u nog even wachten?’
Het lazerus krijg ie d’r van. Ik zeg dan altijd: ‘Momentje, ik zal het effe vrage aan al die mensen die hier al vijf minuten voor de slagboom staan. Nou ik heb het gevraagd en ze willen graag naar d’r werk. Kenne ze des te eerder ook een boot kope!’ Hehehe.

Ik ben altijd voor de auto’s en de fietsers. Zeker als het regent. Bussen ook trouwens en rijscholen en taxi’s, die mensen betalen een vermogen voor een ritje en dan wil je toch niet vijf minuten zitten te wachten op een of andere boerenlul met zijn ingeruilde wijf op zo’n boot? Maar ja, wat is vijf minuten op een mensenleven denk ik wel eens, dan zie ik weer iemand vlak onder de slagbomen door scheuren

Dus als ik het even samenvat, met name voor de bootviolen:

1.Blijf bij mekaar, kleintjes voorop
2.Door die brug zodra het kan (assie rood-groen heb tenminste)
3.Let op de seinen, ik heb d’r voor doorgeleerd (en ik ken het beter zien)
4.Beroepsvaart gaat voor
5.De brugwachter zit NOOIT fout. Zodra wij de verkeerslichten gaan bedienen zijn we God. Dus ik ken rustig een slagboom in je nek leggen of rood licht geven wanneer ik wil.

Zo, dat was het. Nog maar vijftien jaar, dan mag ik hier weg. Tot die tijd zit ik hier in dit luxe huissie van twee vierkante meter, met een afgedankte bureaustoel van kantoor, grijs wc-papier, een bureau dat voor de mobilisatie al versleten was en ik eet twee weken per maand ’s avonds iets uit de magnetron in de late dienst. Ruilen? Nee, dat dacht ik wel. Ik zie trouwens dat het weer open trekt, het zonnetje komt er door. Ook dat nog…

Zo hoort u het eens van een ander.

Een Indian Summer in Levkas 2016

Paul R.

Er wordt aangenomen dat mensen over het algemeen wel van verrassingen houden. Een lastminute mailtje van Henk van Special Feeling met een uitzonderlijk aanbod - een elan 333 met alles erop en eran - en zo vindt u ons beidjes terug op de kade van Lefkas , we zijn klaar voor een indian summer eind september. Zon, een beetje wind, geen regen, blue-water sailing zoals het hoort. Zo kennen we Lefkas, tientallen haventjes, altijd halve wind max 5 bf. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we ooit eens een 7 gehad hebben, maar dat klinkt erger dan het was. Die gezapige ionische zee is dan heel anders dan de grauwe noordzee, jawel de boot helt ook en moet gereefd, maar onder een blauwe hemel spat het warme buiswater over de stuurman als een weldadige douche zeg maar. Dit alles duurt een 10tal minuutjes en dan jaagt een stralende zon dat beetje extra wind alweer naar huis. Zo zit Lefkas in ons collectief geheugen ……… maar Griekenland is veranderd. Het is koud op de kade, 18° en het regent zowaar. Er staat een strakke NW die de ionische zee de aanblik geeft van een midnovember Ijsselmeer. Maar we hebben goesting en we gaan ervoor.

Deze namiddag op anker een eerste ‘thunderstorm’ overgehad met bakken regen. Ons anker hield de boot gelukkig  netjes op zijn plek maar we zien onze buurman wel zuchtend en steunend een nieuw anker gooien. “ 5 weken Lefkas en 5 weken storm. We geven het op, we gaan morgen terug naar huis “ en hij maakt een wegwerpgebaar waarin heel wat machteloosheid vervat zit. Oeps! Hebben wij wel het juiste vliegtuig genomen? Zijn we wel in Griekenland of ergens geland in Zuid Argentinië? Onze blikken kruisen elkaar , we laten ons niet ontmoedigen , wanneer gaan wij ons part van de miserie krijgen? Diep onder water gniffelt Poseidon op zijn troon: “morgen, jongens , morgen “ en hij zet alvast een zwarte hand op de kiel. Er gaat een lichte deining door het schip.

Griekenland is veranderd. Vroeger , toen de dieren nog konden spreken, was er plaats in overvloed zowel op het water als in de havens. Ik herinner mij Vathi op Meganissi, links de gezellige oude haven met tavernas en minimarkets, rechts een splinternieuwe moderne haven , met elektra en water zowaar maar helemaal verlaten, desolaat, het onkruid groeide al tussen het nieuwe beton. Op mijn vraag zei een local:” dat is aangelegd door de europese gemeenschap, geen nood aan “ , terwijl hij zijn schouders ophaalde en zijn ouso binnenkapte.

Nu vluchten we voor de zoveelste thunderstorm naar datzelfde Vathi. De oude haven ligt al stampvol, de nieuwe haven is in volle gebruik. Een havenkantoor, een sanitair gebouw, een immokantoor, een bar, alles in moderne strakke stijl. Gebouwd met onze euro’s en onderverhuurd aan een privé firma. Dat is nog eens socialisme in ’t kwadraat, bovendien is het nog verhuurd aan familie van die beroemde voorganger op Ithaca, getuige de naam van de haven: Odysseas marina.

We spotten nog 1 plaats vrij tussen 2 boten vlak aan een bord waarvan we de tekst niet kunnen lezen.. We gooien anker uit en stomen de boot achteruit de plek in. Op het bord worden de letters zichtbaar: NO ANCHOR   ……. En daar komt ze al uit haar kantoor gestormd. Een forse tred, in uniform, de papiermap onder de oksel. Helemaal de dochter van Helga, de wolvin van de SS

“ No anchor , sir and did you make a reservation? We are fully booked!”

“Reservation??? Sorry Helga, now breaks my klomp. But anyway, we will leave now. Efgaristo. “

Terwijl we terug ankerop gaan, draait de dinghy van de zoon van de dochter van Helga als een zoemende wesp rondjes rond de boot “No anchor, sir… no anchor, sir “ alsof ik elk moment in plaats van een simpele mooring, een diepzeebom ga bovenhalen, die ze er ten andere zelf gedropt hebben in ’40.

’s Morgens 9u00 weerbericht op kanaal 27. Ik weet het, het is een oude boot, het is een oude bemanning en zijn marifoon is navenant:” Krr, fwieet… een schelle krakende vrouwenstem in onverstaanbaar grieks-engels  Nooors Aioonioon South 4 to 5 increasing  fwieet, krr….thunderstorm….krrrr..” Dit onverstaanbaar weerbericht doet me denken aan de zeiltocht met Jan H onze voorzitter. Het was kantje boord, varen we uit of niet? We laten het afhangen van het weerbericht “All ships, all ships, this is the KNMI … Flushing, Hoek van Holland, krrr, fwiieeet…” Jan zei dat hij in zijn marifoon een filter  boven 6 bf had ingebouwd, zijn Nicolefilter noemde hij hem.

Zit er verdraaid een Nicolefilter ingebouwd in onze Elan? We maken uit de geruchtenmolen in de haven uit dat het in de namiddag gaat spoken en er ’s nachts een tweede storm overkomt. Wie heeft de waarheid in pacht in dit meteorologisch moeilijk gebied? We gooien toch los en proberen vroeg op de middag veilig te liggen. Poseidon zag ons bulderlachend vertrekken en stuurde zijn onzichtbare troepen al uit naar de zwarte hand op onze kiel.

We sprinten op een drafje naar Sivota, in de pilot van Rod Heikell beschreven als een all round shelter, zelfs gebruikt als winterberging. 12 mijl met een aantrekkende wind, dan zijn we wel op tijd binnen. Dat was toch de bedoeling. De troepen van Poseidon halen ons echter vlug in, de donkere zwarte wolken op de bergtoppen van Lefkas beginnen zich samen te voegen, in de verte klinkt gerommel en af en toe zijn er lichtflitsen. 

“Elke meter telt nu, Marijke, laat ons een binnenweg nemen tussen deze 2 eilandjes door. Het  is er smal en ondiep maar het is korter naar Sivota.”

“Ondiep? Toch diep genoeg?

“Minimum 7 meter diep en in een S bocht te pakken, want links en rechts liggen er rotspartijen.”, zeg ik “ maar misschien is het niet breed genoeg” , grap ik nog.

De grap komt niet goed over, er komt precies een donderwolk bij.

We reven preventief, maken ons superklein , zetten de motor bij en gooien ons tussen de rotsen. ‘Mooi de S respecteren, mooi de S respecteren’, spookt door mijn hoofd en plots gebeurt het.  Een zwart scherm als een gordijn dat dichtgetrokken wordt, bliksemschichten rondom de boot, ik denk aan mijn mama toen ik als kind doodsbang was van onweer: “ tel tot tien , zei ze, en als de donder dan pas komt , is er geen gevaar “… Ik geraak nog niet tot 1, de razende bang davert onmiddellijk over de boot. Het regent, het giet, het regent als zot… de zee wordt plat geslagen , we glijden gestuurd door een beetje wind als in een vertraagd filmfragment tussen de steile wanden op een zwart laken onder een zwarte hemel doorkliefd van schichten en donderslagen. “De S  respecteren “, denk ik nog en angstig raak ik het aluminium stuurwiel aan. Geen ijzer aanraken in een bliksemstorm, is alles wat ik erover weet. En dan plots… de GPS  fix valt uit, voor mijn verbaasde ogen knippert op de plotter ‘FIX LOST’ . Waar zijn we in de S-bocht? Links rotsen , rechts rotsen, boven en onder zwart, de lucht gevuld van elektriciteit. Plots ben ik niet bang meer, ik kijk en onderga deze krachten met open mond, eigenlijk is een bliksemschicht mooi in zijn configuratie, ik hoor de donder niet meer, berust en gelijk worden we uitgespuwd van tussen de eilandjes in blauwwater. Het is over zoals het begonnen is, het gordijn is opgetrokken , het is voorbij, is de zwarte hand nu van die kiel af?

Op de middag arriveren we in Sivota. ‘Elk voordeel heb zijn nadeel’, zei Johan Cruyf en gelijk heeft hij. Zowat elke boot in de regio heeft dezelfde pilot aan boord en beslist dezelfde baai te nemen. Nidri of Sivota. We zien een overvolle kade, alles volzet, al tientallen bootjes zwaaiend in de havenkom. Verdraaid, vannacht geen vaste wal onder de voeten en dat met zo’n weerbericht. We gooien alvast 5x de diepte en gaan hoopvol de nacht in.

Dan gebeurt toch weer datzelfde wonder. De slaap komt maar het is als een slaapje van een kat. De oren gespitst en draaiend in alle richtingen, geluiden absorberend als normaal, bewegingen als normaal en plots – klokslag middernacht- geroep, motoren worden gestart… we sprinten uit onze kooi, harde wind, de zogenaamde valwinden tot 40 knopen. Het anker houdt plus minus, maar af en toe bij een stevige rukwind komen we toch aardig dicht bij boten die niet zwaaien. Ankerwacht en afwachten maar. Rondom ons worden nieuwe ankers gegooid, flotillaleiders rukken massaal uit naar hun pupillen om hulp te bieden. Ocharme die starters, komen die nog wel terug volgend jaar? Om 01.00 breekt ook ons anker uit en wegwezen is nu de boodschap. Marijke bedient de ankerknoppen  maar er klinkt plots een schril alarm, een luide continue felle toon vult de kuip en de haven, onze binnenverlichting knippert uit en aan, de display van de dieptemeter floept uit en aan….Batterij alarm, ik lees nog 9 volt, veel te weinig voor de ankerlier. We hebben de ganse dag de ijskast laten draaien! Het anker kan niet opgehaald! Ik probeer stroom te genereren door in neutraal vol gas te geven. Het lukt, de ankerlier komt hortend en stotend tot leven. Onze spiegel verwijdert zich meter per meter van de andere boten. Gevaar geweken.

Nu op zoek naar een andere plek, als een sissende sampan met loeiende motor, flikkerende binnenverlichting en gillend alarm slalommen we tussen de zwaaiende boten, het anker pakt nergens. 2 uur kruipen voorbij, de andere ankerwachten kijken meewarig naar ons als we doodleuk om 03.00 uur – na de storm varend uitgezongen te hebben – terug ankeren op dezelfde plek.

“We hebben nu toch een koele ijskast , ja?” De 2 uur motoren heeft de batterijen volledig opgeladen tot een dikke 13 Volt.

Het is een wonder dat na deze adrenalinedag de slaap alsnog kwam.

Toch vermoeiend hoor, zeilen  in een Indian Summer.

Een ongeluk komt nooit alleen. Verslag zeiltocht 11-12-13 maart 2016

 

Jan M.

We waren weer vertrokken voor een leuk winters zeilweekend. Météo Consult Marine   verwachtte   drie dagen zonnig weer met  stabiele wind O krimpend naar NO 3(4)Bft   bij springtij, dus sterkere stroming.    

De Bracknell weerkaarten toonden voor dag 1 een hoog boven Denemarken en de Azoren, met een NO wind.  Op dag 2 versmelten beide H tot één groot hoogdrukgebied met isobaren die   iets verder uit elkaar lagen wat minder wind betekent.   Op dag 3 nogal altijd de blokkade maar met isobaren boven Zeeland die dichter bij elkaar kwamen, met nu iets meer wind.                    

Welgezind vertrokken we en eenmaal de Haringvlietbrug onderdoor (om 15h, op afroep) ging het via de oostkant van Tiengemeten richting Stellendam/Haringvlietsluis. Vrij snel werd de halfwinder bovengehaald en het ganse traject op de Haringvliet werd met een knoop sneller afgelegd. Heerlijk zeilen, de eerste dag.

Op dag 2 wilden we de Noordzee op richting Roompotsluis. Er was minder wind voorspeld waardoor de stroming belangrijker werd. Die had de gewenste richting tot 14u30 én nadien op de Oosterschelde ook gunstig tot 18h. De stroming in de Geul van de Banjaard en de Oude Roompot kon ons naar de Roompotsluis brengen van 12u tot 14u50. In het Slijkgat wilden we profiteren van de ebstroom van 06u46 tot 10u46  om ons naar de groene SG1 en de rode SG2   te brengen.

Van de Goereese Sluis tot aan Geul van de Banjaard is het 21 Nm en met snelheid over de grond van 5kn zou die trip 4 uur in beslag nemen. Als we om 12u de stroming in de Geul van de Banjaard wilden oppikken moesten we om 08u de tocht door het Slijkgat kunnen starten. Niemand van ons wilde echter te vroeg opstaan, dan maar niet overnachten in Haringvlietsluis - waar ons geliefd restaurant gelegen is – maar meteen naar buiten varen. We meerden af in de buitenhaven van de Goereese Sluis en avondmaal op de boot.

Eigenlijk toch wel een machtige constructie die scheepvaartsluis met de 1 km lange Haringvlietsluizen voorzien van 17 spuigaten om het overtollig water uit de Rijn en Maas af te voeren!

 

‘s Morgens vroeg werden we gewekt door onze buren vissers, want die willen vertrekken. Eigenlijk hadden ze een waarschuwing aan hun boot gehangen, maar we hoopten stiekem dat het niet voor vandaag zou zijn. Neen, dus. Warme slaapzak uit en in de nachtkoude de trossen verleggen.

 

De tocht op de Noordzee van dag 2 was minder met veel motoren en slechts af en toe een stukje zeilen. Tijd genoeg om het logboek aan te vullen en mooie kiekjes te nemen. 

Ook leuk om nog eens te oefenen op varen met behulp van de groen-occulting geleidelichten richting Roompotsluis: naar stuurboord sturen als het laagste licht aan stuurboordzijde ligt van het achterste licht en vice versa. De sluis door, een stevig eetsoepje van Rik aan de wachtsteiger en met de stroming mee en nu toch wat meer wind tot aan die schitterende Zeelandbrug, de langste brug van Nederland. Vandaar door het havenkanaal naar Stavenisse om te genieten van een verkwikkende nachtrust.

Op vraag van kapitein Paul berekenen we wanneer we de volgende ochtend ten laatste de haven van Stavenisse moesten verlaten. Stavenisse is immers een getijhaven. Kaartdiepte (LAT) 0.2m. De Nausikaa heeft een diepgang van 1.9m en we willen toch een vrije diepte van 0.5m. Dus hebben we een waterdiepte nodig van 2.4m.

 

Stavenisse heeft HW om 06u46 rijzing 354cm boven LAT en LW om 12u46 rijzing 10cm boven LAT. Verval is 344cm. We beschikken niet over een getijdenkromme en behelpen ons met de ‘regel van twaalf’.

06u46    HW        Waterdiepte: 20cm +354cm                          = 3.74m

07u46    HW+1    Waterdiepte: 374c m -(1/12 van    344cm)    =   3.45m

08u46    HW+2    Waterdiepte: 374cm - (3/12 van    344cm)    = 2.88m

09u46    HW+3    Waterdiepte: 374cm - (6/12 van    344 cm)   = 2.02m

10u46    HW 4     Waterdiepte: 374cm - (9/12 van    344cm)    = 1.16m

11u46    HW+5    Waterdiepte:   374cm-   (11/12 van 344cm)   = 0.59m  

12u46    LW         Waterdiepte: 0.2m + 10cm                           = 0.30m

Dit betekent dat we vóór 09u15 zullen moeten vertrekken, daarna zitten we aan de grond.

Stavenisse de plaats des onheils …  niet normaal. Eens aangekomen stapt Jan van boord maar de steiger bleek minder stabiel en veilig   dan op het eerste zicht leek en na enkele evenwichtszoekende stappen dook hij het koude water in. Gelukkig mét reddingsvest - wijze les voor iedereen: altijd en overal reddingsvest aan!   Enkele minuten laten kon Marc hem aan wal hijsen. Een ongeluk komt echter nooit alleen. Op ’t zelfde moment stapt Paul van boord maar de landvast hapert aan de gashandel en de boot schiet vooruit langs de steiger. Gelukkig was Rik nog aan boord en hoewel hij van helemaal vooraan naar de kuip moest komen slaagde hij erin de motor af te zetten. Uiteraard is dit niets in vergelijking met wat enkele dagen later in Brussel en Zaventem gebeurd is…

Even later kwam de havenmeester ons vertellen dat we beter zouden afvaren en in Sint-Annaland wat verderop overnachten. Waarom?  niet echt duidelijk, we wisten wel dat er risico van schuin wegzakken in het slijk   was (1 meter diepgang bij laagwater), maar daar konden we bij het aanleggen rekening mee houden.

In Sint-Annaland goed restaurant gevonden en na een laatste borrel op het schip goed geslapen, de een uiteraard al beter dan de ander.

Dag 3 meer wind nog altijd NO. Vanuit Sint-Annaland leuk opkruisen in het Mastgat en het Zijpe tot aan de Krammersluizen en daarbij de beroepsvaart in de gaten houden. Verder door tot aan de Volkeraksluizen richting Willemstad. Leuk om in de Krammerjachtensluis nog eens te letten op het luchtbellenscherm om zoet en zout water te scheiden. Mooi op tijd aangekomen in Willemstad en gezien het goede weer nog een welverdiend biertje in ’t centrum van de stad.

Bij wijlen rimpelloze zee
Bij wijlen rimpelloze zee
Getijden Stavenisse en moment van afvaren
Getijden Stavenisse en moment van afvaren
Goereese sluis buitenhaven 's nachts
Goereese sluis buitenhaven 's nachts

Tochtplanning in de praktijk : Scheveningen

Tekst en foto's: Jan Michels

Op zondag 27 sept 2015 willen we vanuit Scheveningen terugvaren naar Willemstad.

Wat is het ideale vertrekuur om optimaal van de stroming gebruik te kunnen maken. Dat wil zeggen met de stroming mee tot aan het Slijkgat en dan met de vloedstroom mee het Slijkgat invaren en van de vloedstroom nog profiteren op de Haringvliet.

Op zondag  27 sept  2015 is het hoogwater voor Hoek van Holland om 2.28 uur en 15.00 uur.  Uit de stroomatlas (HP) leiden we af dat vanaf drie uur en een half na HW de stroming ons meeneemt en dit tot drie uur voor het volgend HW. Dus stroom mee van 6.00 -12.00 uur. Daarna stilaan stroom tegen.

Vanaf drie uur voor HW, dus rond 12.00 uur, begint de kentering aan het Slijkgat,  dan staat nog wel een zwakke ebstroom in het Slijkgat gedurende 1 à 2 uur, maar stilaan zet toch de vloedstroom zich volop door. Dus plannen we rond 12.00 uur aan het Slijkgat toe te komen. Veel vroeger heeft weinig zin.

Navionics laat zien dat we het zeewaartse stuk van het betonde Slijkgat kunnen skippen wat toelaat meteen de rode SG6 boei aan te lopen, als we maar een beetje de ondiepte van het Bokkegat mijden. We willen het erop wagen!

Van het havenhoofd van Scheveningen naar het Slijkgat is het 21 NM en met een bootsnelheid van 5 knopen betekent dit vier uur zeilen. Windguru voorspelt  windkracht  2 à 3 Bft  uit ONO krimpend naar NO, het wordt dus ruime wind tot voor de wind.

Als goede zeilers op de Noordzee halen we er de Imray C30 zeekaart bij. Op zondag 27 september is voor de referentiehaven Dover laagwater om 7.00 uur en 19.30 uur en hoogwater om 12.09 uur (Belgische tijd). Stroomruit Q ligt het dichtst bij de Maasgeul en geeft aan dat bij HW (12.00 uur), de stroomrichting nog altijd 228° is (stroomsnelheid ± 1 knoop). Eén uur na HW Dover (13.00 uur) is de stroomrichting 149° en worden we al een beetje richting kust geduwd. Hiervan kunnen we profiteren om al vanaf de westkardinaal MV koers te zetten naar het Slijkgat, zeker als we mikken op de rode boei SG 6, de koers over de grond is dan 185°. Hopelijk speelt de winddrift uit het noordoosten ons niet te veel parten.  

De afstand van de MV boei naar SG6 boei bedraagt 7.3 NM en kunnen we afleggen in anderhalf uur. We moeten dan wel zorgen dat we zeker voor 14.00 uur, twee uur na HW Dover, aan het Slijkgat zijn want daarna zit de zeestroming toch wel echt tegen (068°).

Besluit: we rekenen erop dat we de afstand Scheveningen-Slijkgat kunnen afleggen in vier à vijf uur en dat we pas rond 13.00 uur aan de SG6 boei moeten zijn (stilaan vloedstroom in het Slijkgat en nog geen zeestroming tegen), we willen dus vertrekken om 08.30 uur. Spelbrekers zijn de bedieningstijden van de Haringvlietbrug, deze  wordt bediend om 16.00 uur en 18.00 uur,  niet om 17.00 uur. Met een zeiltocht van 3 uur varen op de Haringvliet zal het moeilijk worden de brug van 16.00 uur te halen om op een treffelijk uur thuis te komen.

Dit was onze tochtplanning voor de zondag. Hoe is het dan uiteindelijk verlopen? In welke mate klopten de berekeningen?

Ons buikgevoel deed ons de zondagmorgen toch al om 08.00 uur het zuidelijke havenhoofd van Scheveningen (http://www.scheveningenlive.nl/zuidelijk-havenhoofd-webcam/ ) rondden richting de ‘aanbevolen oversteekroute voor pleziervaartuigen ‘ aan de Maasgeul. Er is niet veel wind, minder dan de voorspelde 3 Bft. Dobberen dus en genieten van de opkomende zon. Het grootzeil met een bulletalie aan de giek en de genua zo ver mogelijk uitzetten was ook al geen groot succes tot Paul op het idee kwam de genua te vervangen door de gennaker en op die manier verder te vlinderen. Dit ging sneller en met een zucht van opluchting naderden we de aanbevolen oversteekroute.  We werden wel een beetje weggezet door de stroming  maar met een gijpje in de buurt van de rood-witte veiligvaarwaterboei maakten we een bocht doorheen die oversteekplaats, een aanbevolen geen verplichte route!  Enkele keren werden we opgeroepen op marifoonkanaal 3 van radarsector Maasmond, gelukkig enkel maar voor route-instructies, meteen weer een oefening marifonie.

Eenmaal de westkardinaal MV achter ons gelaten ruimde de wind en nam in kracht toe. De drift over stuurboord nam toe en de zeilen werden getrimd voor halve wind, de gennaker bleef staan en we zeilden 60° aan de wind.

De snelheid liep ondertussen al goed op, we bereikten gemakkelijk 7 knopen over de grond. Het lukte ons ook rechtstreeks de SG 6 boei te bereiken, niets dieptegepiep. Rond 12.00 uur waren we aan het Slijkgat, eigenlijk te vroeg want in het Slijkgat zat de stroming nog flink tegen, de wind ook en vanaf SG8 boei was het opkruisen geblazen, maar dit deden we goed met telkens een korte en een lange rak.  Mooi te zien op  Google Earth:

Alleen, het koste ons tijd! Aan de Goereese Sluis meerden we af en aten nog een boterhammeke. Naar de Haringvlietbrug  was het nog16 NM en het was snel duidelijk dat we tegen 16.00 uur er niet konden geraken, temeer daar om 13.00 uur nog altijd ebstroom stond op de Haringvliet.  We besloten even een kijkje te nemen in Middelharnis. 

Daarna de Haringvlietbrug vlot gepasseerd en het einde van een zonnig zeilweekend.

Even genieten in Middelharnis

De krammersluis op een pinkstermaandag door Paul R.

Call me de Swa, naar analogie van Moby Dick, dikke vijftiger, stoppelbaard en een moustachke fier onder de neus. Mijn echtgenote is ook van Antwerpen en wordt graag aangesproken met Pussycat, Chouke voor de vrienden.

We zeilen wel eens graag maar dan moet er gene zever worden verkocht, reglementen zijn reglementen, éé n en éé n is twee. Simple comme bonjour!

In ene zeilclub de MYC of zoiets , zit er een goede vriend van mij , Adhemar, vicieus manneke maar van hetzelfde gedacht. Wel wat flauwer dan mij.

We naderen op Pinksterzaterdag de Krammer, 25 graden, volop zon, en een windje van 3bf.Druk, druk, iedereen met een boot onder zijn gat, zit op het water en wacht voor de Krammer.

Rechter pier volledig vol, 3 dik zoals het hoort, maar links zijn nog dubbele plaatsen vrij. Ik spot het bord: 3 dik aanleggen en boot 4 terug naar de pier.

Juist is juist, of wa? Wie zich achter nr 1 legt labelt zich met nr 4, wie achter nr 4 ligt wordt nr 7 enzovoort. Kom je als 4de aan en ga je achter de 3de rij liggen , ben je nr 10. Akkoord? Of niet?

Ik spot vooraan links nr 3 nog vrij, drie dik naast nr 2. We tuffen de ganse file voorbij leer tellen, suckers, 1 - 2 - 3  en 4 opnieuw, wie legt zich nu op zon dag vrijwillig achteraan!

Ik lig als derde en spring op het voordek. Ik voer een vreugdedansje uit op de tonen van het is moeilijk bescheiden te blijven, wanneer je zo goed bent als ik.. wat luid weergalmt uit mijn boxen in de cockpit en maak fuck you gebaren met de rechterarm.

Ik zal vlug door deze flessenhals van de Krammer zijn!

Ik ontstop knallend een fles champagne waarbij ik het panoramisch raam van nr 5 doorboor en zet de fles gulzig aan mijn mond. De champagne vloeit rijkelijk over mijn behaarde borst. Lekker, nu nog een Havana opsteken. Ik gooi de nog brandende lucifer richting nr 8 waarbij zijn lazy jack vuur vat.

Verdorie, je zult zien, op zon moment trekt de sigaar niet goed. Ik moet opnieuw een lucifer zoeken. Plots begint iedereen rondom met emmers te zeulen. Rare jongens hier voor de sluis.

Ik ga zitten en denk. Ik sta op en ga mijn vuilwatertank legen. Nr 14 en 17 doen wat raar.

Wat zijn de mensen toch onvriendelijk hier, chouke? Jalousie, Swake, niets dan jalousie, ze moeten hun mayonaise ook maar laten draaien.

De sluis gaat open; Achterlijke wind, eerst vooraan losgooien, de boeg komt een beetje uit de rij, de achterste landvast klemt wat , ergens achter de kikker op nr 2.  Het duurt wat , ondertussen heeft iedereen achter ons zich losgegooid en tuft voorbij. Eindelijk is de tros los, ik neem hem in ontvangst en richt mijn hoofd naar voor, de gashendel in aanslag. We deinzen wat naast nr 2. Ik zie plots ons pussycat worstelen met de boeg van een motorschip dat vanuit de rechter pier in volle vitesse ons de weg verspert. Ik gooi de hendel in achteruit maar beweeg onverwachts vooruit, de aanvaller zit namelijk in zijn blinde furie met zijn fender vast achter ons anker en sleept ons mee naar voren. Nr 1 en 2 worden erg zenuwachtig want ze worden meer en meer tegen de wal gedrukt.

Plots scheurt de fender van onze belager en komen we los.

De aanvaller noemt ons chouke nog zoiets als een onreine vrouwelijke hond terwijl hij toch niet weet dat ze uren in de badkamer vertoeft.

Weet je wel wat dat kost! blaft hij nog met roodlopen ogen.

De vraag al stellen , is bewijzen dat je het niet kunt betalen: roep ik nog en gooi volle bak achteruit terug de Volkerak op.

De Swa moet je niets wijsmaken, we komen wel langs een andere weg op de Oosterschelde, Stellendam buiten, dan Noord via rusland, de beringstraat, Atlantische oceaan boven Engeland en dan binnen langs de Roompot.

s Nachts doemt in mijn droom een spookbeeld op van een dwalend schip in een mistige nacht met een gescheurde fender in het kraaiennest  en aan het roer een waanzinnige kapitein huilend als een jakhals, briesend Nausikaa, nausikaa, waar ben je.

Tot zover een stuk fictie en  nu serieus.

Ik belde de sluismeester met de vraag hoe het nu moet in de toekomst zonder de banbliksems van de wachtenden over mij heen te krijgen.

Zijn antwoord: U moet inderdaad 3dik gaan liggen cfr het bord maar het schutten gebeurt wel in volgorde van aankomst.

Ik antwoord dat ik

1/zelfs geen tijd heb gekregen van het volkstribunaal om mij terug naar achter te begeven

2/ mocht  het er wat beschaafder zijn aan toegegaan ik altijd in de weg lig voor het achteropkomend verkeer, want ik moet wel losgooien vermits 1 en 2 binnen willen.

Daar heeft U een punt, ik leg het voor op de volgende vergadering van RWS.

Ik  heb 2 suggesties voor Rijkswaterstaat:

1/ de volgorde van binnenvaren wordt bepaald door de volgorde aan de wachtpier. Volgens het 1-2-3 en 4 principe cfr het bord en dat toch maar eens omroepen als het druk wordt.

Systeem Noord Holland waar aan de sluis in Enkhuyzen mooi  per 3 wordt aangeschoven en ingevaren.

2/ een beurtrol opstellen door de sluismeester en opgeroepen worden om binnen te varen.

Iemand anders nog suggesties? Ik bundel ze in een brief aan Rijkswaterstaat.

Een rescueverhaal in Rye door Marc Van Echelpoel

Volgens een verteller onderweg voert Microsoft een politiek waarbij medewerkers publiekelijk hun fouten toelichten en zo lering verschaffen aan collega’s: het weze ook u gegundTwee mannen besluiten enkele weken samen te gaan zeilen. Ze vertrekken uit Antwerpen en gaan zien hoever ze langs de zuidkust van Engeland geraken. Ik ben de neofiet, zich verdiepend in allerhande aspecten van het zeilen, zijn gebrek aan ervaring compenserend met boekjes en ervaringen zoekend. De andere heeft zijn eigen zeilstijl ontwikkeld, is een robuuste kapitein en zeilt meestal solo zich baserend op ervaring en waarneming. Hij kijkt grofweg de gegevens na van het getij en vhf-kanalen. Ik ben eerder overdreven nauwgezet. Hij is de kapitein in de verhouding, het is ook zijn boot: een mooi blauw waarschip 725 met een goede buitenboordmotor die echter enkel neutraal of voorwaarts gaat. Ik pas me aan en laat mijn nauwgezetheid wat varen.

Het dagplan: vanuit Dover met het getij mee naar Rye. Een vriend van de kapitein had deze bestemming aangeprezen omwille van de schoonheid. Volgens de Reeds is de haven van Rye benaderbaar vanaf 2 uur voor tot 2 uur na HW. Volgens mij komen we te vroeg aan. Herhaaldelijk tijdens de aanloop en invaart roepen we de havenkapitein op via de marifoon. Tevergeefs en dus geen hulpinformatie.
Wat we aanzagen als een wervelende stroming aan de ingang van de rivier naar Rye bleek gewoon ‘mud, glorious mud’ te zijn. We liepen vast voor de ingang en zagen kort nadien een wandelaar de riviermond overwandelen… Geen echt probleem. Voor anker gaan en even wachten op hoger water. We varen de rivier op. Wat een snelheid: de vloedstroom neemt ons mee, met amper motor bij, met een rotvaart van 5 à 6 knopen naar het binnenland. We zijn onder de indruk van de stervende schepen in de mud, van de schemeringssfeer en van het op een heuveltje liggende Rye.
Na een tijdje passeren we een zijgeultje: modderbanken met een beekje water in het midden. Hier kunnen we niet op. Dit kan de ingang van de haven niet zijn. Enkele bochten later verschijnt 100 meter voor ons een lage brug. Hier kunnen we niet onder. Vastvaren in de mud: lukt niet, de stroom neemt ons direct terug mee. Even meer snelheid maken met de motor, gas terug en dan een korte draai: dit lukt niet. Eens dwars neemt de stroom ons mee en stopt elke draaibeweging. Ik pak het noodanker op het achterdek en werp het. Het pakt, touw verkorten en snok we liggen 3 meter onder de brug na met de mast tegen de brug gekwakt te zijn. Daar hangen we. We sluiten de kajuitingang af. Schuin hangen we met water over het achterdek tot tegen de kuipplank. De rivier spoelt en drukt en stijgt. De kapitein doet een ‘mayday’ met de marifoon, kanaal 16 zoals bekend. Mits enkele verduidelijkingvragen wordt ons spoedige hulp beloofd. Dit appel bleek in Dover terecht te komen en zo bij het plaatselijke rescue-team.
We wachten benauwd af. We dragen, zoals afgesproken, allebei onze zelfopblaasbare reddingsvest. Op de kant hebben zich wat toeschouwers verzameld die druk foto’s nemen van onze hachelijke positie.
De druk op de boot blijft toenemen, we hangen 45 graden, we zijn bang dat de boot vol gaat slaan en zinken. Graken we te water, via de mud naar de kant ? We spreken af bij de boot te blijven zolang hij drijft. Plots lost het noodanker en ratelend met de mast tegen de onderkant van de brug spoelen we er met een kuip vol water onderdoor. De boot richt zich op na de brug en een tweede lage brug wacht ons op. Het noodanker vindt terug grip en tjok, we liggen te slingeren op de heftige stroom. De kuip loopt vlug leeg. We werpen ook het vooranker dat geen grip vindt. Seconde en minuten lijken eeuwigheden en de rescueboot komt met 2 mannen en een vrouw aan boord behoedzaam afgevaren. Ze taxeren de situatie. Vanuit een stroomopwaartse positie naderen ze ons en zetten een man aan boord. Hij overlegt met ons en laat de leiding bij de kapitein om de mast neer te leggen. Voorstag en babystag dienen hiertoe losgemaakt te worden. Pas dan willen ze verbinding met de boot maken zodat de reddingsboot ons terug onder de brug naar veiliger oorden kan slepen.
Het noodanker houdt terwijl we zwetend de stagen losmaken: eerst het ontspannen van de stagen. In welke richting draai je deze weer los ? Borgringetje verwijderen en pen eruit halen. Geen sinecure op het voordek onder stress van een zwaar op het anker zwiepende boot. Enkele keren de kajuit in voor gereedschap. Wat zou een gereedliggend setje handig zijn. Het anker houdt, de mast wordt gestreken en de verbinding gemaakt. Ankerop gesleept lukt het niet om het parapluanker te lichten. Kappen dan maar, grabbelen naar het gereedliggende mes onder de kajuitingang.
We worden gesleept en de 2 geredde zeilers verbroederen via een sigaret met de redder aan boord. Aan de steiger van de Coast Guard leggen we ons vast.
We beginnen een beetje te ontspannen: het is 22 u en quasi donker. We vernemen dat het hoogwater om 23 uur is. Hier is iets grondig mis met onze voorbereiding. De Reeds is weliswaar een Engelse uitgave en de tabellen van het getij rekenen met Engelse tijd doch voor het zomeruur moet je zelf een uur bijtellen zoals in kleine letters boven de tabel staat.
Ieder van ons gaat anders met zijn spanningen om. De kapitein begint met verhalen die hem zo typeren te vertellen tegen de Coast Guard die zorgzaam met ons omgaat. Ik zoek eenvoudig menselijk contact. Op dezelfde plaats is
al eens een schip gezonken.
Tijdens de nacht gaat het water 3 à 4 meter zakken en moeten telkens de meertouwen gevierd worden. Er wordt een wachtsysteem afgesproken. We ruimen de boot zo goed mogelijk op.
Om 5 uur in de ochtend lijkt alles ok, de meertouwen zijn goed bevestigd en de boot rust in de mud met kiel en roer: een verontrustend beeld. In de nacht passeren ons regelmatig uitvarende vissersboten. Zij lagen afgemeerd tot vlak voor de bocht voor ‘de brug’. Zij zagen ons passeren. Geen waarschuwing werd ons gegeven. De wacht wordt opgeheven en we slapen als onder narcose.
Omstreeks 7 u 30 worden we wakker en beginnen aan de oprichtingsvoorbereidingen van de mast.
De schade is beperkt: 1 wantputting een beetje verbogen, de marifoonantenne geknakt, de zelfsturing defect, de marifoon – buitenluidspreker afgerukt, het noodanker kwijt, mijn pakje tabak overboord, de doos met sigaretten van de kapitein behouden, de gsm van de kapitein is van het linkerschap in de kajuit in het rechterschap gevlogen, een hulpkatrolletje is losgerukt, de kajuit is helemaal droog gebleven, de mast en zalingen zijn visueel onbeschadigd,…
Met katrol en hulptouw wordt van op de steiger de mast opnieuw opgericht. Met de bij een plaatselijke zeiler gekregen borgringetjes worden de zalingen
opnieuw verzegeld. Oef.
We willen weg van deze plek en na een donatie aan de plaatselijke rescuedienst via de havenkapitein vertrekken we rond de middag met afgaand tij richting Eastbourne.

Er wordt niet veel gesproken over het voorval: via korte communicaties en in stilte zoekt ieder zijn eigen plek. Volgens de kapitein was onze tijd om te gaan nog niet gekomen.

Loop Rye aan bij echt hoogwater, mis de haveningang niet en veel zorgen worden je bespaard.

The Wash 2012 door Paul R.

Mei 2012

"....Mijlen kloppen, het log eens laten rollen, willen we eens  ferm westwaarts zeilen?"

Van Willemstad naar Lowestoft, dan verder westwaarts de bult van Norfolk voorbij, richting Wells next the sea. En even de neus aan het venster steken van The Wash, een soort land van Saeftinghe, een gebied beschreven in the Reeds als een uitdaging voor navigatie en getijwater- bezeilen.

Onze neuzen stonden west en het ging wel lukken. Nu nog lachend aan de start, we hadden beter moeten weten.

WOENSDAG 2 mei

20 knopen wind pal op kop en een loeier van een onweer, als start kon dit tellen, we knijpen met tientallen slagjes naar Stellendam in ‘het vuile gat’. Om 19:00 een heerlijk diner in Berrisz aan de grote ronde haard. Mei gestart en de open haard nog ronkend, raar klimaat hier in Zeeland.

DONDERDAG 3 mei

We moeten niet vroeg weg, een rit van 100 mijl aan 5 knopen , ongeveer 20 uur onderweg en we willen zeker met daglicht aankomen.

11:00 nemen we afscheid van de goereese sluis met een 2 bf ZW, goed van richting maar toch te zwak om de nodige 5 knopen te halen. Er zit ook een onaangename deining en veel onregelmatig geklots wat de boot regelmatig doodsmakt.  Motorsailen dan maar en het schuift goed op.

02:00 het stond in de sterren geschreven, geen wind , veel nattigheid in de lucht.. en daar doemt zij op uit de duisternis, de nachtmerrie van elke zeiler, als een klamme vuist die je keel omsnoert: Mist, dikke klevende , papperige mist  die de boeglichtjes in een roodgroen gordijn omfloerst.

We zien geen steek meer en uitgerekend op dit moment liggen we in  het tweede beentje van de Traffic Lane. Vanuit stuurboord zijn we de makkelijke prooi van containerschepen die – varend op hun automatische piloot zonder iemand op de brug – zich op onze flank gaan storten. Als ze rechts plots  uit de mist opdagen, kunnen we nooit reageren.

Ik herinner me in een flits de woorden van een officier op een lesje in de zeevaartschool op mijn vraag: “ komen jullie een jachtje in nood helpen op open water?” Hij antwoordde: “ ik mag het eigenlijk niet zeggen, maar daar hebben we geen tijd voor.” En by the way, we noemen jullie de ‘WAFI,S’  wind assisted fucking idiots.

Zoveel was duidelijk, geen hulp te verwachten uit die hoek, we zijn op onszelf aangewezen.

Links en rechts geloei van een misthoorn, ver weg of dichtbij? Geen flauw idee, alles is grijzig zwart, geen gevoel van dimensies meer. Alle andere zintuigen staan op scherp, maar het gemis van het oog doet pijn en doet angst boven het ondraaglijke stijgen. Wat moeten we doen om ons zichtbaar te maken aan die grote jongens die hun boeg in onze flank gaan zetten?

Schijnen in de zeilen met een sterke lamp? Misthoorn? Allemaal evidence based waardeloos.

Ik begin zowaar te hallucineren, zie rechts schaduwen opdoemen.

Plots een ingeving Gods: op de 16 roep ik gelijk welk schip op en geef onze locatie. “Is er iemand die ons ziet”?

En dan – als bij wonder – een reactie: de ferry Zeebrugge - Hull .  “Er zit niemand rechts in de traffic lane en niemand op de headingkoers, na 10 mijl kom je in een ankerplaats , daar even opletten. Als jullie buiten mijn bereik zijn, geef  ik jullie door aan een cargo achter mij.”

We kunnen ons geluk niet op, het wegvallen van de angst doet ons hart opspringen , we gaan nog niet overvaren worden. Ik bedank de ferry dat ie onze ogen en vooral onze engelbewaarder wil zijn en hou standby op 16

Plots vanuit het niets: “ Sailing Yacht!!! Didn’t you see my projector???!!! Immediately to port!!!. Ik stamel nog dat ik liever corrigeer naar stuurboord. “Yeah, yeah, starboard , now!!! En we gooien het roer 90° naar rechts. In die grijze soep gebeurt er niets, één minuut, 2 minuten, en dan is er weer die verlossende ferry: “ Nausikaa, nausikaa, ik volg jullie op mijn scherm, dit alarm kan niet voor jullie zijn, er is echt niets in de weg, neem uw oorspronkelijke koers maar weer aan.”

Sinds dit nachtelijk avontuur heb ik de knop omgedraaid dat cargo’s en zeiljachtjes elkaars natuurlijke vijanden zijn, op het grote water kan de sterkste een kleintje helpen, advies geven en geruststellen.  We zijn toch niet alleen op zee.

En met die gemoedsrust kwam de wind N4bf en we stomen volle bak zonder mist onder  een gitzwarte hemel naar Lowestoft . Aankomst 7:00 met daglicht met 103 mijl op het log. We gaan slapen en nadien het stadje bezoeken.

VRIJDAG 4 mei

Lowestoft, het spreekt tot de verbeelding met een Royal Yachting Club opgericht in de 19de eeuw met - zo vermoeden we althans - een clubhuis van dezelfde grandeur. Vervallen glorie, een glimp van wat het vroeger moet geweest zijn, een getuige van een roemrijk verleden maar nu toch al het slachtoffer van de tand des tijds.  Zonde, volgens de vaarwijzer van Ben Hoekendijk ook met een victoriaans bad, niets van aan, de douches van Stellendam zijn van een chiquere kwaliteit.

ZATERDAG 5 Mei

"The coast of N Norfolk is infriendly in bad weather, with no harbour accessible when there is any North in the wind. The harbours all dry and seas soon build up in the entrances or over the bars, some of wich are dangerous even in a moderate breeze and an ebtide."  De Reeds is duidelijk, het vaarwater hier is niet voor doetjes. Hadden we beter rechtsomkeer gemaakt?  Waarschuwingen - hoe klein ook - in de wind slaan , kan gevaarlijk zijn.

Op naar Wells next the sea, een 70 mijl verder liggend doel, diep verder West. Timing is weer belangrijk, we moeten met een venster van 2 uur voor en 2 uur na hoogwater binnen. Een drempel en veel stroming. En het lukt, we lopen op het GPS-log enkele uren 12 knopen.

Net op tijd in Wells waar we worden begeleid door een entrance service. Beremoeilijke approach, erg smal en stromingen, zich verleggende zandbanken maar de Engelsen laten zich weer  van hun beste zeilkant zien: een klein gidsbootje komt ons ophalen aan de fairway boei aan de ingang. Wind 7 bf en met zo'n bootje van 500 kg wagen die zich buiten. Ferme gasten ginder.

We slapen de slaap der slapen, vastgesjord aan de Albatros, een oude Hollandse platbodem die nu omgedoopt is tot een restaurantboot. De haven loopt leeg, de landvasten staan snoeihard, strak als een snaar, licht leunend tegen de albatros zakt de nausikaa in de modder.

ZONDAG 6 mei

8u00 weg, een uurtje na hoogwater  en eigenlijk een beetje te laat want er staat al een sterke stroming . Spring is morgen en het tij is al navenant.  We volgen de geul zoals ze ons is voorgedaan gisteren maar beseffen te laat dat de stroming in de andere richting zit  en de boeien zich anders bevinden tov de vaargeul. Een S- bocht dwars op de stroming wordt ons fataal, op 2 sec worden we weggezet en vlakbij de rode boei lopen we vast. Het water stroomt als gek verder weg en de Nausikaa zit  gebetonneerd vast in de mud.

Het noodlot wilt dat de krachtige boot van de havenmeester in herstelling is , hij probeert ons nog los te trekken met een klein vissersbootje maar tevergeefs. " Hebben jullie ervaring in platvallen, schuin op een flank? " " And hopefully the boat will rise before the water comes into the boat."

Aub, moet er geen zand zijn, als een mokerslag in het gelaat, er bestaat een kans dat de Nausikaa vergaat vandaag.

Om het platvallen te verzachten en de broze flank wat te beschermen komt de havenmeester nog aanslepen met supergrote fenders en een tender als een soort valkussen. Maar op welke zijde gaat ze vallen? Het water trekt razendsnel verder af maar ze blijft rechtstaan, kaarsrecht op haar bulb als een vogelverschrikker in een dor landschap. " Never seen in 23 years" zei de havenmeester en hij bleef maar foto's trekken.

Na een tijdje durven we zelfs voorzichtig bewegen aan boord en een wandeling maken buiten op de bank. Het is een buitengewoon originele manier om het onderwaterschip eens te bekijken. En de uren kruipen voort en rond 17:00 staat er voldoende water om ons met zijn grote bak te komen lostrekken.

Had hij die maar vanochtend gehad! Een halfuurtje later liggen we weer vastgesjord aan de Albatros. We laten de landvasten ietsjes losser dan gisteren, waarbij de boot zich op een 20 cm afstand van de Albatros  bevindt, wat minder stress voor de landvasten en fenders maar owee wat een denkfout in droogvallingen: om 01:30 ' s nachts een kabaal van jewelste in de keuken, de nog niet opgeruimde afwas schuift donderend in de wasbak, de Nausikaa maakt slagzij en leunt tegen de Albatros aan, onze mast is op enkele cm van zijn stag gepasseerd. Ik moet mijn engelbewaarder toch eens op mijn blote knieën bedanken.

 Op advies van de kapitein van de Albatros (" dit ziet er niet goed uit, nee, dit ziet er niet goed uit...") leggen we de landvasten op de winch, trekken de Nausikaa rechter en steken we extra fenders. 1 skepter wordt nog uit de pot geschroefd en alles staat weer strakker nadien. " Beter te strak dan te los" zei ie nog.

Hij wenst ons nog succes verder voor onze trip naar Forsdyke, diep in the wash maar iets in zijn blik zei me dat  we toch voorzichtig moeten zijn.

En voorzichtig zijn we geweest, onze blikken kruisten elkander 's ochtends en we gaven gelijk the Wash op, deze boot moet diepwater onder de kiel hebben, onze portie geluk moet ooit eens opraken.

MAANDAG 7 mei

Een halfuur voor HW weg, een beetje stroom tegen, maakt alles een stuk handelbaarder dan gisteren en we zeilen richting Grimsby op de Humber. 50 mijl voor de boeg en plat voor de wind. We zoeken de beste zeilvoering, ten loevert, met boom, met halfwinder, zonder grootzeil... het experimenteren eindigt met een soort passaatzeilenstand, de halfwinder  en de genua ten loevert , de automatische piloot op en mijlen kloppen, heerlijk.

De approach van Grimsby moet ook weeral juist zijn, weer vergeven van de zandbanken, de zichtbaarheid wordt door de regen even " moderate" maar de Engelsen leggen hun boeien gelukkig volgens het boekje. We passeren de  anti-U-botenforten aan de monding, tegenwoordig  ingenomen door de zeemeeuwen, een apocalyptisch beeld. 

Na een uurtje op anker voor de sluis mogen we binnen. Grimsby , niets te zien maar oh zo vriendelijke mensen en een heerlijk indisch restaurant in het centrum.

DINSDAG 8 mei

We maken ons op  voor de grootste trip die we ooit in 1 stuk hebben gezeild: Grimsby Scheveningen 180 mijl in rechte lijn . Zon en een ZW 3-4 bf onwaarschijnlijk perfect en zo zou het blijven. Met 15 knopen halve wind lopen we Scheveningen aan  na 36 uur , klokslag 19:30. In alle opzichten spectaculair: licht leunend op haar oor kliefde de Nausikaa de kleine golfjes. Zonsondergang, zonsopgang, een sterrenhemel, een vale maan ver weg, booreilanden met rare lichtsignalen, en dan die rust, die vrede, de zachtheid van de zee die zich eerder bij het opvaren zo wreed had gedragen. Waaw...

Scheveningen, 192 mijl achter de boeg, we trakteren ons op een diner in de jachthaven. Doodmoe en met zeebenen, een nieuw fenomeen voor de ploeg. Een soort golvende beweging die af en toe overgaat tot vertigo, niet echt onaangenaam maar raar.

DONDERDAG 10 mei

Een 6 bf op de kop houdt ons die dag in Scheveningen, een prachtig Kürhaus, een mooie promenade met kunstwerken, veel te zien, de dag was zo om maar het volgend aftrekkend tij om 22:30 dwingt ons de trossen los te gooien. "6 bf en verminderend in de avond", zei het weerbericht. We kregen een 6 en vermeerderend voor de kiezen. Weerberichten, verdraaid toch...We bereiken na een pak slagen en supergereefd Stellendam om 05:30. Om 5:35 was het stil aan boord.

VRIJDAG 11 mei

Een afsluitertje richting Willemstad , 5 bf ZW en we lopen als een trein. Een afscheidscadeau van een geduldige zee. 490 mijl op het log, het is mooi geweest . Bedankt Poseidon, bedankt crew, bedankt Nausikaa en respect voor het blijven staan op de kiel.

The Royal norfolk and suffolk yacht club
The Royal norfolk and suffolk yacht club
The fairway boei aan de drempel
The fairway boei aan de drempel
The entrance service in de problemen
The entrance service in de problemen
Voorbij de drempel en rust
Voorbij de drempel en rust
Wells next the sea
Wells next the sea
De kade van Wells
De kade van Wells
De nausikaa in nauwe schoentjes
De nausikaa in nauwe schoentjes
Eindelijk los
Eindelijk los
Het U-boten front aan de monding van de Humber
Het U-boten front aan de monding van de Humber
De sluis van Grimsby
De sluis van Grimsby
Terug naar huis,190mijl!
Terug naar huis,190mijl!
Scheveningen, het is gelukt
Scheveningen, het is gelukt

Deze winterse zeilpracht
kwam compleet onverwacht
De elegantste boot ooit
in een witte vacht getooid

Een watertocht die zich ontspon
vlinderend onder de lage winterzon
's Ochtends klievend door 't zilte havenijs
Het was onwaarschijnlijk wijs
Onvergetelijke beelden schoven voorbij
In gedachten opslaan deden wij
Nu besef ik weer, m'n verste plannen incluis
De mooiste plekjes liggen dicht bij huis

Yolanda Van Keer, 31 december 2008

Friesland 2008 Pinksterweekend

Als toegevoegd zedenmeester – gemandateerd door de vroegere P.V. van de
Friesland expeditie - volgt hier het verslag van deze uitstap.

Het weer was, zoals beloofd, fantastisch ( zon, wind, ..).

De locatie was het bekende – voor de harde kern althans - Langweer, met de klassieke vakantiehuisjes op zeker niveau.

Op zaterdag was er weinig wind, maar als voorbereiding kon het wel tellen. ’s Avonds was er de klassieke BBQ waarbij de jeugd er niet beter op had gevonden om dood hout op het vuur te werpen, met als gevolg een enorm vlam. Hierdoor dachten de Duitsers die enkele meters verder kampeerden, dat hun laatste uur gekomen was. Niet alleen ontvluchten ze hun tenten, ze lieten ook enkele lelijke woorden horen in de richting van de ondeugende jongeren.


Op zondag was er meer wind en zijn we zonder veel moeite in Snoek geraakt. Tot mijn verbazing kwamen al de vijf boten aan op de afgesproken plek. De GSM is voor sommigen wel nuttig/ nodig geweest. De klassieke picknick daar werd met champagne opgewaardeerd, uit een koelbox zelfs – op het randje van decadent?- en een rood wijntje. Enkel de koffie en het gebruikelijke koekje ontbraken.

Ik had op voorhand afgesproken met Michel dat ik speciaal meekwam om niets te doen, wat aardig gelukt is. Maar ik heb mij dan toch verdienstelijk gemaakt, samen met Dominique, om de mast te laten zakken en daarna terug op te richten. Michel zorgde voor veel bruggen, aanvaringskoersen met die bruggen en zelfs voor bruggen waar mét of zonder mast nooit onder zou kunnen worden gevaren, dus terug naar af. ‘s Avonds was een lekker souper voorzien in een lokaal restaurantje.


De volgende dag was er nog een klein tochtje voorzien, onder steeds perfecte omstandigheden. We waren om 13u terug aan land zodanig dat iedereen rustig kon vertrekken en op een deftig uur kon thuis geraken.


Resumé: een perfect georganiseerde uitstap, zeker voor herhaling vatbaar, waarbij iedereen in grote vorm was.


In naam van alle aanwezigen wil ik dus Michel Vertommen en zijn echtgenote Dominique bedanken voor de perfecte organisatie!

Dirk Van den broeck, 25/05/2008

Lofoten 2008 22-30 mei door Paul R.

Voor onze achtkoppige bemanning ligt een Bavaria 44 klaar in Bod ö , een standard port, de getijden worden in relatie met die stad opgegeven. En met die getijden en stromingen moet rekening gehouden worden, op sommige stukken staat een stroming van 5 knopen. Die hebben we best op de rug.

Bod ö is goed uitgerust om als vertrekhaven te dienen, veel shops, minimarkets, diesel en water. We gaan op zoek naar de sanitaire gebouwen, maar die blijven onvindbaar wat een constante zal zijn deze week. Blijkbaar wordt uitgegaan van goede sanitaire voorzieningen op de yachten.

Bod ö Reine zijn onze eerste 55 mijl onder een strak zonnetje maar beenkoud. We gaan deze week niet boven de 5 ° C volgens het weerbericht. Landvasten los en we zeilen westwaarts de Lofoten tegemoet. Een mystieke, tot de verbeelding sprekende eilandengroep, de heimat van een uitgestorven zeegangersras, van walvisvaarders die met roeibootjes en harpoenen de oceaan opgaan, van schipbreuken en maalstromen .straffe verhalen uit de Noorse Saga doemen voor onze geest op. Wat bieden de Lofoten uit de 21ste eeuw?


We vinden in de eerste plaats een bevolking die uiterst vriendelijk zijn gasten ontvangt, er zijn aanlegpiertjes zat alsook electra en water en restaurants, die de vroegere visvangst vervangen. Bovenal een explosie van natuur, van wilde natuur met besneeuwde bergtoppen en granieten muren die oprijzen uit het honderden meter diepe water, helderblauw water. Vissers die naadloos de overgang maken naar toerisme, het is niet aan velen gegeven met respect voor de traditionele waarden.

Maar het blijft een volk van zeevaarders in hart en nieren, getuige daarvan de overvloed van sektorlichten om de verdwaalde zeiler een baken te bieden in deze woestenij van rotsen. Op elk verraderlijk stukje steen dat een aanval inzet op onze romp staat wel een stokje. Een droom van zeilers met navigatie ambities. Dag en nacht kunnen we in deze tijd van het jaar niet meer onderscheiden, het is al midzomernacht en ons bioritme is danig in de war door met helder licht te gaan slapen.


Dag 2 via N

ü sfjord naar Heningvaer, via een verlaten visserdorp naar het Veneti ë van het Noorden.

Het vissersdorp is een teletijdmachine terug naar het verre verleden, houten pakhuizen met een traanproduktiefabriek tegen een rotswand geplakt en overgelaten aan de tand des tijds. Nu gerestaureerd en onderhouden als een Nationaal Park. Een paradijs voor de meeuwen die vanuit de gevels aandachtig de toeristen bekijken, vooral de recreatievissers die daar hun vangst fileren.

Verder zeilend doorheen een postkaartomgeving bereiken we Heningvaer, het Veneti ë van het Noorden. Vanwaar deze benaming? Geen gondels, geen Doge paleis, geen zomerse temperaturen, wel een goed beschutte haven in een archipel van eilandjes , een moeilijke approach ook , vooral de oude zeekaarten van 1995 zorgen voor verwarring wegens een veranderd karakter van de betonning. Paalwoningen in de zo typische Noordkleuren, geel, marineblauw, roodbruin, daarvoor dobberend roestige vissersboten nog klaar om uit te rukken.

Dag 3 brengt ons via Kabelsvaag en via Svolvaer naar een voorlopig hoogtepunt van de reis: het Trollfjord.

Kabelvaag kan bogen op een pak bezienswaardigheden bv, de houten kathedraal van de Lofoten van 1898. Svolvaer de hoofdstad overtreft in visindustrie, zelfs met de obligate hoogbouw in beton, een op voorhand verloren gevecht met de mooie oude noorse houtarchitectuur. We spotten een enig mooi bootje in pauw-blauwse kleuren.

Het waterfront vernauwt en wringt zich in het Rafsund. Hoge massieve besneeuwde toppen, watervallen storten zich links en rechts bulderend in het water, wind en tij duwen ons naar een betonning van enkele meters breed. Hier moeten we door en dan links het Trollfjord in, een blindeindigende nauwe kloof geflankt met granieten wanden loodrecht oprijzend uit het heldere water. We zeilen op 10 cm van de wand onder een watervalletje door, 35 meter diep en de wand kunnen aanraken!

 

4de Dag. Vandaag letterlijk de stilte voor de storm. Morgen is er 30 knopen wind voorspeld, vandaag 0 bf. Op motor kruisen we de Hurtigrute, sinds 1893 de regelmatige verbinding tussen Bergen en Kirkenes, 12 dagen heen en terug. Een toeristische topcruise en normale veer tussen de eilanden.

We beslissen ons zeilplan aan te passen, morgen met 7 bf aan de westkant walvissen spotten met de granieten Lofoten aan lagerwal, lijkt ons er wat over en vandaag schiet het toch al niet op.  Met een taxi bereiken we Nyksund, een ghost town aan de ruige westkust. De oceaan die vrij spel heeft van Ijsland tot hier heeft in het verleden genadeloos gebeukt op de dam van dit dorp.

Tot tweemaal toe heropgebouwd tot door een brand in  1934 het dorp verlaten werd. De laatste bewoner smid Olav Larsen- verliet het dorp in 1977. Nu probeert het dorp te herleven als kunstenaarsdorp en als whale watching centre.  De taxirit ernaartoe is op zich al een belevenis, panoramische zichten over de oceaandeining, brekers alom en dan die machtige bergmassieven in hun sneeuwjas. Alle foto s zijn als postkaartjes, zo majestatisch, zo veel kracht. Zoveel sluimerende kracht ook, ik huiver bij de gedachte hier te wonen bij een NW storm van 9bf.

 

5de dag. De harde wind heeft zich aan zijn woord gehouden en blaast 25knopen ZW. Met onze NO koers op het lapje tussen Bjarkova en Helloya, sinds de 11-14de eeuw belangrijke centra van kultuur en handel. Hier zouden nog Vikingrestanten moeten zijn, het ijzererts wordt er nog steeds gewonnen, maar onze aandacht gaat volledig naar een grote granieten muur waar we langs zeilen. Zuidwaarts gericht is het een feest voor watervogels: verschillende soorten meeuwen, aalscholvers, zeearenden en ganzen vechten daar voor een plekje. We spotten onze allereerste papegaaiduikers.

Onder aanhoudend geschetter komen we op breder vaarwater, 30 knopen wind en alle reven erin en bruisend naar Engenes. Superbeschutte haven, die Noren moet je geen havens leren leggen. Weeral electra en water maar geen sanitair. Dit vinden we tijdens een dorpswandeling op de kerkelijke gronden naast een witgeschilderd houten kerkje. Het kerkhof met zicht op een ontketende zee  doet ons weer beseffen dat we m aar mieren zijn in een grote natuur. Deze mensen hier hebben hun laatste haven aangelopen.

 

6de dag. We hebben de Lofoten al achter ons gelaten en onmerkbaar de Vesteralen binnen gezeild. Onmerkbaar hoewel, de Lofoten zijn authentieker, ruwer, meer pittoresk. Meer toeristisch ook. De Vesteralen zijn wat platter, minder bergen, meer agricultuur en schapenteelt. We zien wat ik sinds mijn yachtmancursus compleet vergeten was: rood-zwarte vertikaal gestreepte boeien. In Zeeland jaren niet meer gezien.

7de dag. Troms ö onze eindbestemming, veel superlatieven voor deze stad maar terug naar het heden voor wie van de Lofoten komt. De wereld meest noordelijke - 18 hole golfbaan, - botanische tuin, - universiteit, - kathedraal, - brouwerij, - Burger King en toch biedt deze stad ons een ander uniek hoogtepunt. Met de kabelbaan om 23:00 de Mount Storsteiner op , 420 meter hogerop en daarboven een 180 ° panorama over de stad , zijn bergen, zijn baaien en fjorden, zijn licht en vooral om 00:00 de zon in het Noorden! Deze periode van  het jaar gaat de zon niet meer onder en in een staalblauwe hemel en hel licht gaat de gele bol langzaam zijn weg aanvatten naar het Oosten.

We hebben boven de poolcirkel gezeild!!

 

 


Praktisch

We huurden bij EGO yachtcharter ( www.ego-online.de ) een bavaria 44 in eigendom bij arctic circle yachting. 3725  voor 7 dagen, extra 1500 euro voor de one-way. Merendeels ZW winden gehad, de one way in de andere richting had meer arbeid gevraagd en meer tijd.

Er wordt gezeild van april tot oktober. Niet de koude bepaalt de periode ( de warme golfstroom zorgt in  de winter voor temperaturen rond het vriespunt)  maar de vroege duisternis. In Troms ö is het in de winter al om 14:00 donker.

Alkohol is onbetaalbaar : 8 euro voor een biertje (50cc ° ) fles huiswijn 60 euro. Fourageren van die liquids in de luchthaven is aanbevolen. Minimarkets voldoende overal.

Einde Mei zeilden we meestal alleen, lagen we verlaten in eenvoudige marina s.

Walvissen hebben we niet gespot, naar verluidt is the place to be 4 uur west vanuit Andenes diep de oceaan op.

Einde mei zijn we zelden boven  de 5 ° C gegaan, een rariteit volgens de bevolking. Temperaturen rond de 20 ° C zijn normaler. De natuur was navenant, nog ontluikend, smeltende vijvers, bruin bevroren gras nog in de noordelijke steden.

We gebruikten de Pilot Den Norske Los 5 en 6 van 1998 en zeekaarten van 1995. Rotsen verplaatsen zich wel niet maar sindsdien is de betonning her en der veranderd en zijn er marina s bijgebouwd.

Mijn eerste keer door Paul R.

Het mag al een wonder heten dat ik in deze extreme omstandigheden een opstapper had. Een week vrieskoude min vijf graden Celsius. Yolanda had de boot in een tweedaagse trip mee naar Zeebrugge gelegd. Mijn zeilmaatje had de boot verlaten dinsdagavond en Marijke komt opstappen woensdagnamiddag in Oostende. Restte me nog een korte etappe Zeebrugge Oostende, mijn eerste trip alleen op zee.


De eerste ijskoude nacht in Colijnsplaat heeft zijn tol al ge
ë ist, ik schrik wakker om 9:00 u door een inkomend SMS. Verdraaid, overslapen..

Ontbijten gaat moeilijk, de checklist in mijn hoofd blijft maar terugkomen, ik doe de  inspectieronde van de boot nog secuurder en probeer toch wat brood te eten. Mijn voornaamste zorg nu is rechtop blijven staan op het dek, een dun laagje ijs op de boot maakt haar spekglad maar wel sprookjesachtig mooi. Nog eens olie checken, is er diesel genoeg, het materiaal moet tiptop in orde zijn, ik wil geen verrassingen alleen op zee.

Met een kop koffie sluit ik het onrustig ontbijt en ik gooi de trossen los. Zeebrugge is nog in zijn winterslaap, geen beweging, ook de kranen in de containerterminal kijken me wezenloos en onbeweeglijk aan. De lichten staan op groen, groen, wit. Ik mag buiten.

De wind is mij genadig, een zacht briesje, een rimpeling op een geduldig water. De lucht is wat heiig, lucht en water gaan onzichtbaar in elkaar over, ik krijg geen horizon, alles is van een flets grijs tintje, links van mij een flauw zonnetje dat wanhopig poogt door de zware lucht te priemen.
Ik hijs de zeilen en dan accelereert de panac é e, gedragen door tij en een zuchtje wind. Alles is doodstil, ik ben alleen op een grijs palet. Ik schrik eigenlijk van de goede zichtbaarheid als een meeuw komt overvliegen, ik kan haar tot zeer ver volgen. Zonder meeuw geen focuspunt meer en ik zit weer onder mijn grijze stolp hei ï gheid.

Onbewust ga ik de kustlijn opzoeken en eenmaal in zicht wil ik weer het ruime sop op. Zigzaggend vervolg ik mijn weg richting zuidwest, de panac é e maakt een kabbelend geluid, ik praat met de meeuwen, ik praat tegen mezelf, ik laat de stilte diep doordringen achter mijn borstbeen.

De drie uurtjes zijn zo voorbij, de Europa Tower doemt al op in de verte. Op motor vaar ik de havengeul van Oostende in. Rechts hoogboven op de houten pier zwaaien uitbundig middagwandelaars naar mij. Ik wuif terug. Het kan verkeren. Dertien jaar geleden kwam ik hier buitengevaren op een huurboot onder leiding van Philippe, nu jaren verder vaar ik onze eigen panac é e binnen.
Wie beweert er dat je kou krijgt van winterzeilen?

Levkas 2008  door paul R.

 

 

Als het fout gaat , dan gaat het goed fout.

Of anders gezegd en geschreven: " de wet van Murphy" .




Marijke en Pol hebben een 35 voetertje gehuurd aan de wondermooie Ionische Zee, met name aan Levkas.

Pittoreske vissersdorpjes, verlaten baaitjes, Ouzo en grilled octopus staan op het verlanglijstje.


We lopen rond 17:00 Kasatos binnen, lekker op tijd, om 19:30 valt de duisternis als een deken over het water. En Kasatos betekent 

kreeft in het Grieks, dat belooft een heerlijk gegrild diner te worden.


De grijnzende goden boven de Olympus gingen er anders over beslissen, ze zorgden gelijk voor een 20 knopen wind en een overvolle marina.

"Daar is nog een plekje tussen de locals. t Is wel dwars op de wind maar met een goed ingegraven anker moet het lukken."

We gaan met de kont naar de wal, ratelend loopt de ketting naar beneden. Eé n bootlengte van de wal trekken we de ketting strak, nu moet het anker zich ingraven.

"Het anker krabt, roept Marijke, dat gaat niet lukken." Bovendien heeft de vissersboot aan lij aan zijn bakboord een stekelig anker hangen dat al onmiddellijk een aanval inzet op onze glanzende polyester.

"Weg, hier tussenuit, anker op en weg uit deze muizenval."

Marijke haalt de ketting terug binnen, de winch kreunt hard.. en blokkeert. " We hangen vast, 2 moorings aan het anker", roept ze nog.

Daar hebben we een zee van ervaring mee, we halen een touw onder de moorings door, laten het anker onderuit zakken. Problem solved en we zijn klaar voor een tweede poging afmeren.


Op de kop van de pier is nog een klein plekje vrij. Het is daar wel een flink pak dieper en wat onrustiger zo vlak bij de ingang maar we willen geen gedoe meer met trossen in het water.

In 15 meter diep water met 20 knopen dwarse wind gaan we achteruit plots een droge tik onderaan en de motor slaat af.

"Gooi maar alle ketting die je hebt, Marijke, blijven we ten minste ter plekke liggen, ik moet het water in, we hebben vermoedelijk iets aan de propeller hangen."

Het water is niet echt koud maar die harde noorderwind die er plat overwaait maakt het niet echt aangenaam. De aanblik onder water doet me nog meer rillen. Rond de propeller hangt een visnet, bolvormig met een diameter van wel 50cm en rondom de propeller-as hangen er uitlopers 5 cm dik die over de ganse lengte de as als een vuist omvatten.

Ik grijp een mes, neem enkele happen lucht, duik onder water en zwem onder de boot door tot aan de propeller. Ruggelings met 1 hand aan de as en met de hielen op de propeller probeer ik de draden los te snijden. Dit net voelt als ijzerdraad, bij de eerste snijbewegingen haal ik al mijn knokkels open aan de pokken van de romp. " Lucht, ik moet lucht hebben." Ik laat los en laat mij naar boven deinzen. Maar de boot giert om zijn anker net in dezelfde richting en blijft ondanks mijn zwembewegingen boven mij hangen. Ik moet de andere kant uit , lucht, lucht en eindelijk kom ik boven. Heel dit gedoe heeft enkele losse visdraadjes opgeleverd. Nog duizend keer naar beneden. De kelk zal geledigd worden tot op de bodem.

Plots vlakbij 5 lange hoornstoten. Een reuzegrote ferry wil langszij en we liggen midden in de haveningang. Marijke probeert zwaaiend met een witte handdoek en gebarentaal duidelijk te maken dat we onmanoeuvreerbaar zijn, de stuurman op de brug heeft er toch begrip voor en maakt een ruime bocht rond onze boot.

Ik snij, ik proest, ik haal stukken net boven, ik concentreer mij op ademhaling en snijden. Ik kan al heel goed het gieren van de boot inschatten en kom luchthappen op wisselende kanten wat Marijke dan weer de stuipen op het lijf jaagt. " Waar blijft hij? Zo lang onder water al."

De tijd schuift, zegge en schrijve 1 uur snijwerk en de propeller komt vrij. Ik kan de schroef manueel vrij laten draaien. Nu de bloedende wondjes op de handrug deppen, een Tshirt, nog een shirt , een pull en rillend proberen opwarmen. Mijn handen pikken, mijn huid lijkt wel gepekeld. Marijke stelt duizendmaal de vraag: " hoe kan ik helpen?" In betere tijden had ik ongetwijfeld met een bodywarming geantwoord maar alle kracht was weg, geen fut meer, een vorm van lethargie komt over mij. Marijke gooit nog wat dekens over mij en een hete tas koffie kan mijn kerntemperatuur weer wat opjagen.


Rond 19:00 is het ergste achter de rug, terug letterlijk op temperatuur en klaar om de finale aan te vatten, naar de wal met die kont!

Met een uur gieren rond het anker zal het zich wel goed ingegraven hebben, ons gedacht, we steken ketting bij en  gaan achteruit langszij de laatste boot van de pier. Bijna aan de wal, ik spring op de kade en bevestig de loeflandvast aan de bolder. Plots onder druk van de harde dwarswind breekt het anker uit en giert de neus in volle vaart richting wal. Machteloos kijken we toe hoe de stuurboordflank zich op de pier vol rotsblokken stort. Het scherpe beton slijpt al zijn messen.

Dan behoeden de fenders in hun eenvoud van houders van lucht- ons voor een ramp. Geen kras , geen schade maar toch zoveel gekraak en gedoe dat zelfs de meest apathische grieken van achter hun ouzo opkijken en eens komen aangewandeld.

"Ik wil hier weg, Marijke. Ik wil hier zelfs niet meer liggen, driemaal is genoeg, laat ons alles maar binnenhalen."

Met de staart tussen de benen verlaten we zuchtend de haven van Kasatos.

"Bekijk het anders, we hebben tenslotte voor de eerste keer in ons leven voorrang gehad op een ferry!" zegt Marijke nog.


Dik 19:00 en het begint al wat te schemeren. De eerstvolgende haven ligt op 10 mijl, een onbekende haven in het duister aanlopen lijkt ons wat link, vooral als we in de pilot lezen dat navigatielichten in de regio al wel eens niet branden.

We passeren na 2 mijl een goed beschutte baai open naar het zuiden, daar zal die Noorderwind ons wel geen parten spelen. Als het fout gaat, gaat het goed fout. De grijnzende goden hadden nog iets voor ons in petto.

We lopen in het flauwe donker de baai binnen, zwart water, hoog oprijzende  wanden links en rechts, en vooral een beenharde valwind pal op kop , een dikke 25 knopen.  Ruw water overal, als we hier ankeren doen we geen oog dicht, we moeten meer naar voor, helemaal diep in  de baai bijna aan het strand ligt plat water te lonken, verleidelijk als Kirke met Odysseus deed. We sluipen stapvoets richting strand,  we willen plat water onder de kiel en een rustige nacht. 2m onder kiel, 1m50, 1m onder de kiel. Marijke bereidt het anker voor, een rustige nacht ligt in het verschiet met achter ons de woeste 25 knoop.

Plots een remming in de boot, we worden even opgetild, schuiven op de zandbodem en liggen muurvast. De dieptemeter blijkt gekalibreerd op de waterlijn en niet onder de kiel. Nog een gevolg van de slechte briefing bij de start. Met de fok bak en gewrik met motor en roerblad krijgen we de neus afgeblazen en draaien we zachtjes weg van het strand maar we schuiven geen meter op.

Het wordt stikdonker en de enige kracht die ons eraf kan blazen gaat liggen. Het wordt stil, doodstil, eigenlijk een droombaai, enkele geitjes op de kant en verder een strakke sterrenhemel. Het ware een paradijs hadden we 1 meter verder gelegen.

Telkens de wind wat opstak, zou een verdwaalde wandelaar een wanhopige bemanning kunnen gespot hebben die vruchteloos van het strand probeerde af te zeilen. Geen meter schoven we op , alleen wat gedraai rond de kiel.

"Laat ons gaan slapen, zei Marijke, de morgen zal raad brengen."

Komfortabel is anders , onder flinke helling gaan we onder zeil, bergingsscenario' s doemen op voor de geest en dan plots als een dief in de nacht komt dan toch die slaap, de alles herstellende slaap.


We schrikken beiden wakker om 7:00, we hebben verdraaid geslapen, de boot was stil, "

de beste nacht ooit aan boord" , vertelt Marijke . " Ik was ook zo moe", zegt ze er bijna verontschuldigend bij.

Na een ontbijtje ga ik met vernieuwde moed te water om even de stand van zaken te bekijken. Ik sta tot aan borsthoogte in het water, de boot staat simpelweg bovenop een plaat, 1m verder ligt de vrijheid.  Met de motor en de zeilen kan ie er niet af.

Het anker uitbrengen dan maar. Een ijdele poging om wat tractie ergens te krijgen. Veel gedoe voor niks, dinghy te water, roeispanen opzoeken, anker en ketting in dinghy, ketting uitzetten al roeiend, anker gooien, terugroeien en puntje bij paaltje haal je gewoon het anker terug binnen op de winch.

We overlopen samen de mogelijk opties: de chartermaatschappij bellen en hulp vragen, liften naar Kasatis en daar een sleepje vragen aan een grote motorboot, meer wind bestellen voor meer helling tot de oplossing zich spontaan aanbiedt. Een 36 voeter passeert traag de baai.

Met de hoorn en gezwaai trekken we zijn  aandacht, een nederlands koppel dat ons met graagte een sleepje wil geven. Een lange lijn naar zijn hek en sleuren maar, vol gas beiden en zwarte rook dampend maar hij schuift geen meter op. Met spijt in het hart moeten we dit opgeven en afscheid nemen. Onze redders in nood verdwijnen letterlijk met de noorderzon.

Het is nu 11:00 en de goden beginnen nu toch wat medelijden met ons te krijgen. Ze sturen een Grieks dametje op het strand met de vraag of ze van enige hulp kan zijn. Ze belt naar de haven van Astakos en vraagt om hulp. " We kunnen geen sleep sturen type KNRM vermits het schip noch de bemanning in gevaar is, we kunnen alleen een priv é bergingsmaatschappij sturen. However this could cost you several thousands of euro s, sir."   "No thanks."is ons antwoord.

Geen hulp meer in het verschiet, geen uitzicht op redding, we zullen hier tot het eind van onze dagen op dit strand blijven liggen.. ik begin er al aan te denken een greppel te graven richting diep water, zot zijn doet toch geen zeer, tot de eerste gier zich al aanbiedt. Een priv é berger komt langszij: " Do you need a tow sir? You' re in serious trouble."

Na wat heen en weer gediscuteer beseft hij dat er toch geen euro' s te rapen zijn en verdwijnt.

We geven het op en bellen met een klein hartje de chartermaatschappij. Ze  gaan iemand sturen.

In de wachttijd ga ik nog wat net verwijderen rond de propeller-as. Wat gaat dit  een stuk makkelijker  dan gisteravond, een beetje gebukt met de snorkel onder water in plaats van spartelend ruggelings onder een gierende boot.

Ondertussen lopen 2 veertigvoeters de baai binnen.  Volgestouwd met een bende stoere Nederlanders. De oranjevloot zal ons eens even komen lostrekken in de hun bekende stijl.

"Hallo, ik ben Joop, aangenaam. Zullen we jullie eens effie helpen? Je gaat onze week goed maken. 2 Belgen lostrekken, daar dromen we al jaren van."

En dan schiet die geoliede machine in gang, alsof ze jaren niets anders gedaan hebben.

Twee man gaan te water met een lange lijn naar de wal loodrecht op de hartlijn van het  schip en binden die lijn vast aan een rotsblok. Het andere eind verbinden ze met de kraanlijn, losgepikt van de giek. Het halend part van de kraanlijn nog door een blok halen en naar een winch.

"Zo kunnen we de boot plat winchen, dan vol gas en vol zeil en moet ie eraf schuiven."

We winchen de zalingen bijna tot tegen het wateroppervlak.

"Winchen maar, die mast kan er niet af. En als om de boot spoed aan te manen geeft hij haar een slag op het stuurwiel. " Come on, baby …"

De boot kreunt zachtjes, een lichte beweging komt erin en een secondje later ligt ze te dobberen op vrij water alsof er nooit iets gebeurd was.

Gejuich alom, Hollanders tevreden, Belgen tevreden, 1 Griekse technicus tevreden omdat hij niet veel meer te werken had.

Een beproefde en te onthouden techniek, krengen' genaamd.

Niet vergeten de afsluiters dicht te zetten, de natte cel was bij ons letterlijk een natte cel. Door de extreme helling was de lavabo even onder het niveau van de afsluiter gekrengd.


Als het fout gaat, gaat het goed fout.

Thailand 2008 door Paul R.

Nick, de boss van de chartermaatschappij doet op zijn originele wijze de check-in van het schip. Zijn monoloog is doorspekt van minachting voor de zeilerij too slow, too deep en met fierheid toont hij liever zijn eigen motoryacht. Airco, diepvries, paardekracht op overschot, alles der op en der an. Hiermee ben ik op 3 uur op de Pfi Pfi eilanden iets waar jullie 3 dagen gaan over doen. Zijn humor houdt hem recht, het is superdruk, 8 jachten gaan vandaag zijn basis verlaten. Het is topseizoen, winter in Thailand, 30°C, blauwe hemel, 4bf NO.  Nick is een Aussi die via Indonesië in Thailand beland is, gevallen voor de mooie ogen en de rest van een thaïse schone, het zoete lot van menig vrijgezel in Thailand.

Eerste doel: James Bond eiland, een klassieker in de streek. De rotsformatie dankt zijn naam aan de film the man with the golden gun uit 74 . De Phang Nga baai ligt bezaaid met gelijkaardige grote rotsen, vertikaal opstijgend uit het ondiepe water, begroeid met alle tinten groen en door de erosie afgetopt als reuze suikerbroden. Een meesterwerk van de natuur, de baai is van een uitzonderlijke schoonheid waar navigatie wegens de ondieptes en het doolhofgevoel een uitdaging blijft.

De nacht gaan we opzoeken bij Koh Pannyi, bekend als sea gipsy eiland. Een paaldorp tegen een monoliet aangebouwd, een bestemming die ons terugkogelt naar de middeleeuwen. Onder de bemanning ontspint zich een heftige discussie. Zoveel armoede, zoveel eenzaamheid..ik heb daar een oud uitgemergeld vrouwtje op haar matje op de dood zien wachten. Een ander deel van de groep hield het op de mening dat deze vissersbevolking toch maar mooi twee lichtingen toeristen dagelijks ontvangt  en s avonds na zijn toeristenvangst- uitvaart voor de echte visjes.

Dag 2 brengt ons naar AoNang in de baai van Krabi. Mooringboeien als ontvangst en zicht op de drukke promenade achter het strand. Een soort Benidorm met de beruchte immitatie Rolex en Lacoste in overvloed. Misschien toch maar snel de T-shirt aanschaffen met het opschrift: I dont need a fucking T-shirt, a fucking tuktuk, a fucking Rolex, laten ze je misschien vlugger met rust.

Dag 3 naar Pfi Pfi eilandengroep waar de tsunami in 2004 lelijk heeft huisgehouden. De Thai hebben zich hier in de heropbouw met steun van de internationale gemeenschap- van hun beste kant laten zien: gewoon hard gewerkt en de dag geplukt. Veel is verwerkt met hun filosofische instelling: het is de wil van Boeddha

Onderweg naar het zuiden een middagbreak aan het bamboo eiland, een paradijselijk stukje eiland met een hagelwit strand, een dennenbos en kristalhelder water. Mooringboeien aan de loefzijde verleiden ons om daar ankerop te gaan ondanks de wel heftige branding. In  de haast om te zwemmen vergeten we de eerste les bij het verlaten van de boot: klap altijd het zwemladdertje uit!  Zonder die genadige golf die één van ons op het zwemplatform wierp, zouden we er nog aan  het snorkelen zijn.

De eilandengroep Koh Pfi Pfi bestaat uit zes eilanden waarvan Don en Leh de belangrijkste zijn. De kleinste leek ons de meest idyllische, weerom mooringboeien en overnachten in een pracht van een baai open naar het westen. Zonsondergangen zijn overal wel hetzelfde maar in het land van de eeuwige glimlach is het toch weer iets extra.

s Ochtends onderweg een vissersboot aangesproken, we zitten door onze rantsoenen en  een stukje verse vis is welkom. Onze ijskast wordt rijkelijk gevuld met reuzegambas en zeebaars voor 2x 10 personen. Alles aan een leuk prijsje: 2 pilsjes en een halve fles whisky.

Volgende slaapplaats Koh Raya Yai, een eiland dat met de anderen wedijvert om ter mooiste strand, helderste water, mooiste resort-spa, de mooiste tropische vissen, eilanden die je eerder aan de stille zuidzee doen denken dan wel aan de baai van Phuket. Nog een kandidaat winnaar het pareleiland Koh  Naka Noi, een eiland met kokosbomen, wit strand en een verlaten parelvisserij. Nog 2 Thai die een beetje onderhoudswerken uitvoeren leren ons hoe een kokos te plukken en vooral te openen.

Bij het grote zustereiland Koh naka yai zijn we getuige van wel 2 extreme uitersten: een piekfijn schooltje en de huisvesting van Birmaanse gastarbeiders in de bouw van een nieuw resort.

De ganse regio is in volle bloei, bij onze laatste  stop Ao Nang ligt een haven in aanbouw Zoran Island voor superjachten, voor superrijken. Met een beetje geluk kunnen we volgende keer de landvast van Bill Gates over onze kikker leggen. Thailand blijft dynamisch, een aziatische tijger in volle expansie, Thai blijven ook creatief in het omzeilen van belastingen. Bijvoorbeeld de tax van 100% op buitenboordmotoren. Zij mariniseren een oude vrachtwagenmotor, zetten die op hun houten sloep en snorren aan 30 knopen naar hun netten, zonder bekommernis evenwel om akoestische hinder: hun beruchte long tail boten

Thailand heeft grote indruk op ons nagelaten, met name de golf van Phuket is goed voorzien voor de ontvangst van zeilers. Meerdere baaien zijn voorzien van mooringboeien, nergens wordt liggeld of havengeld gevraagd, op de wal zijn voldoende voorzieningen voor eten. Fouragering is moeilijk, op fruit en groenten na. Drank, brood , zuivelprodukten , wijn en sterke drank zijn niet of zeer moeilijk verkrijgbaar en zeer duur.

De thaise keuken is bekend om zijn kwaliteit en de veelheid aan smaken. Ondanks soms zeer rare eethuizen is niemand ziek geweest , het eten ook aan de eetstalletjes- wordt supervers bereid.

PRAKTISCH

We huurden bij Elite Yachting bij Yachthaven via een belgisch makelaaar

Thaise munt 1 euro= 47,89 bath

Zeilverhuur in Thailand is duur: Cyclades 50 voet 2007 4950 euro in topseizoen

Het leven (eten ) is naar europese normen zeer goedkoop

Zeer hygiënische toiletten door de aanwezigheid van veel water.

Internationale reispas noodzakelijk

Amsterdam Bangkok H/T ongeveer 850 euro

Binnenlandse vluchten naar Phuket zeer goedkoop

Thai spreken gebrekkig of geen Engels. Communicatie verloopt erg moeilijk.

De golf van Phuket is goed beschut voor de NO en ZW moessons, harde wind is zeldzaam.

Het zuidelijkste gedeelte van Thailand heeft een tropisch moessonklimaat met vrijwel het hele jaar door hoge temperaturen en veel neerslag. Hier is dan ook sprake van slechts 2 seizoenen: een korte droge ( nov-feb) en een lange natte. Algemeen gesproken: hoe zuidelijker,  hoe meer kans op een nat pak.

Engeland 2007 door Paul R.

Dit was de planning, de wind ging er anders over beslissen in de trent van “Sail” , says the king. “Wait”  says the wind.

De eerste e-mail naar de deelnemers:

Beste engelandvaarders

Even nog de bedoeling noteren, het wordt geen blue water sailing alla Turkije of Griekenland, een mijltje of 25 kloppen , zwemmertje en dan uitgebreid aperitieven…. Laat daar geen misverstand over bestaan: Het wordt zwaar, het wordt vermoeiend, op die 6 dagen gaan we eventjes 425 mijl lopen en 1 rustdag. Maakt per dag 70 mijl en dan nog in vogelvlucht.

Voor het gegist bestek ga ik uit van een gemiddelde snelheid van 5 knopen.

Vrijdag 27

Lemmer – Den Helder 40 mijl

Vertrek in Stabroek Dorpstraat 102 om 15:00

Vertrek om 18:00

Wie vertrekt er  vrijdagavond ? Laat me dit nog per kerende weten

Aankomst Den Helder rond 2:00

LW den Helder 00:24 dus geen tijd te verliezen, om in het marsdiep de stroming niet tegen te krijgen. We doen een korte overnachting in Marinehaven Willemsoord.

Zaterdag 28

Hier komen de opstappers eraan. De haven ligt ten oost van de ferryhaven.

HW den helder om 7:15 we hebben stroom mee vanaf 8:30 . Het zou dus interessant zijn om niet veel later uit te varen. Als de opstappers het onmogelijke proberen te doen om – vanuit zuidfrankrijk – ook met een kort slaapje naar den helder te komen. Hoe later de opstappers hoe later de aankomst in Lowestoft.

120 mijl west naar Lowestoft. 24uur zeilen? Aankomst zondag ochtend om 10:00. HW Lowestoft om 9:08 . De haven is wel met elk tij binnen te lopen.

Zondag 29

Lowestoft bekijken en fourageren en rusten. Eventueel deze dag te gebruiken als inhaaldag bij minder dan 5 knopen lopen. Uurwerken op BST zetten : min 1 uur.

Maandag 30

HW Lowestoft 10:25 BST

Vertrek 10:30  richting noord met afgaand tij richting Wells next the sea, aleen aan te lopen met hoogwater: Droogvallend maar er zijn pontoons with leggs volgens de havenmeester. Pontons die glijden langs palen en de boot rechtop in de modder doen zakken. We zullen zien.

55 mijl om ten laatste binnen te lopen om 19:00, 20:00 (HW Wells om 19:00)

Dinsdag 31

Ik zou voorstellen om niet verder the Wash binnen te zeilen, Wisbech (het oorspronkelijke doel) ligt nog een 50 mijl meer west wat de terugtocht alleen maar nodeloos verlengt.

Eerder al wat mijl afknabbelen van de terugkeer en richting Great Yarmouth aan de oostkust.

HW Wells 8:00

45 mijl richting Great Yarmouth

3 uur stroming mee en dan opboksen tegen beginnend springtij.

Aankomst  omstreeks 19:00

HW Great Yarmouth 23:47  tijd genoeg me dunkt

Woensdag 01

Voormiddag vertrek vanuit Great Yarmouth

120 mijl richting den helder

Klok bijstellen op GMT |plus 2

Donderdag 02

Afstappers in de n Helder  voormiddag.

Stroming in Marsdiep Oost vanaf LW den Helder 17:32

Tijd zat om de boot binnen te varen voor 13u00 vrijdag.

Voila, simple comme bonjour. Nu de wind nog, de richting, de kracht…..

Indien de wind krachtig waait NO zeg maar 7 bf dan hebben we wel niets te zoeken in the  wash. Lager wal en vooral onzichtbare lager wal, aanloopboeien onvindbaar door golfslag…

Dan houden we ons wel bezig aan de oostkust ,( lowestoft, great Yarmouth en Southwold) waait het nog krachtiger van gelijk welke richting dan blijven we op het ijsselmeer.(sic)

We gaan geen zotte kuren doen, bedoel ik daar mee.

Het wordt wel een fysieke uitputtingsslag afhankelijk van de weersomstandigheden, slaaptekort, onregelmatige voedingen, zeeziekte, havens binnenlopen tussen slijkheuvels, waar ligt de aanloopton… met 8 personen op een beperkte ruimte gedurende al die uren..

Ik zou adviseren dat iedereen een beetje oplet met alkohol, goed uitrust voorafgaand, zijn stressgevoeligheid wat bijschaaft enz.

Tot zover de email en de theorie.


Doelstelling: zeezeilen, mijlen kloppen in een lange overtocht, wachten lopen, koken onder helling,  het ging vermoeiend worden, de kapitein had nog vaderlijk verwittigd voor stressgevoeligheid, alkoholbeperking en fit aan de streep staan. En toch krijgt de MYC 8 opvarenden te been voor deze expeditie op een bavaria 44: Maarten, Bas, Bart, Jan, Knut, Lut, Guy en Paul.

Hun beloning lag aan de overkant: The Wash!  Een oeroud Engels vaargebied met droogvallingen,veel stroming, zeehonden, vogels, prachtige natuurgebieden, uitgestrekte kwelders, kortom de overtreffende trap van de Waddenzee.

Lemmer is de uitvalsbasis. Vrijdag 18:00 gooien we met zijn drieën de trossen los richting den Helder, alwaar 5 opstappers ons zaterdagochtend verwachten. 22:30 in de sluis van Den Oever, de 6bf West is gaan liggen tot een rustige 2 en stuurt ons met afgaand tij  naar buiten. Volle maan, plat water, groen – rode kerstboomlichtjes her en der verstrooid op het wad, 8 knopen op de GPS, toen al wisten we dat het een prachtige week ging worden.

Aankomst 0:30 , de vermaarde stoofvleesschotel met wortelpuree van Guy en dan een kort slaapje tot 7:30. De opstappers komen eraan. Al 40 mijlen op de teller.


ZATERDAG

10:00 de wind zit pal west en blaast 6 bf. 160 mijl voor de boeg, 40 mijl extra want we gaan niet meer via Lowestoft maar rechtstreeks naar the Wash, veel mooier gebied. Het tij duwt ons uit het Marsdiep en vol goede moed beginnen we aan onze slagjes. Hier laat onze Bavaria zich van zijn kleinste kant zien, het gereefd rolgrootzeil kan geen hoogte houden en  geeft een hoek van 60° op de wind. Onze overstagjes zijn om mee te huilen: 340° en 210° en eigenlijk moeten we 270! Na 4 uur stampen en kreunen komt onze oude getrouwe navigator Maarten met het nieuws dat we 10 mijl on target zijn opgeschoven en de tocht onmogelijk wordt. En dan had hij zonder twijfel al 3 uur op zijn tanden moeten bijten om het niet eerder te komen zeggen!

“Ok, dan duurt de rit maar wat langer” , zei de kapitein, “ zeg maar 3 dagen in plaats van anderhalf. We hebben eten en drinken genoeg aan boord.” En hij veegde het zout van zijn brilglazen.

Maar een andere vijand kwam onverwijld de cockpit binnengedrongen, een veel straffere tegenstander: de zeeziekte!

Met bosjes viel de bemanning uit, als in een epidemie. Dit slagveld opende ook de meest koppige ogen en de steven moest worden verlegd naar IJmuiden. Halve wind, 7 knopen, navigator content want VMG goed, bemanning content want het einde in zicht.

“Wat was het leukste nu van de ganse tocht? “ vroeg ik aan Bas op het einde van de week.

“Het moment dat de boeg verlegd werd naar IJmuiden”! antwoordde hij.

19:30 IJmuiden ontving ons met open armen, een douche, een spaghetti en slapen. Meer moest dat niet zijn. 60 mijl erbij.

ZONDAG

Wie het woord ‘Engeland’ in de mond durfde te nemen, zou onverwijld worden gekielhaald en die drieste plannen werden definitief opgeborgen. 6 bf NW dreef ons naar Oude Schild op Texel met een fris zonnetje en scherp aan de wind.

Boten die we in een onuitgegeven race snel opliepen, bleken later in de tegenovergestelde richting te zeilen, iedereen greep het roer omdat het zo leuk zeilen was, geen kattige zeeziekte meer, tijd voor een paar historische uitspraken:

“Geef mij eens een voorligging, stuurman!”     
“Als ik nu op mijn kompas moet kijken, ben ik het Noorden kwijt”

  “Welk karakter heeft die boei aan stuurboord?”   
“Het is een hommelboei, nee… hoe noemen jullie dat.. een keizersboei…. Nee…. Een kardinale!”

Welk onderdeel van de boot heb je nodig ’s ochtends in de badkamer. Tip: het uiteinde van de boot.  Ieder normaal mens zou antwoorden: de spiegel. Maarten niet, zijn antwoord: de wekker! En dan beweert ie dat hij een boek aan het schrijven is, zijn ultieme memoires: een handboek voor de mensheid, opgedragen aan zijn vrienden en aan Bart.

Oude Schild en het vertrouwde Pakhuus doemen op. De slibtongen zijn weeral duurder geworden en weer 53 mijl erbij.

MAANDAG

NW 5-6 occasionally 7-8. Via de Paardenhoek naar Vlieland. In den beginne nog plat voor de wind , naar het einde toe scherp. In het open gat tussen Vlieland en Terschelling hadden de weergoden de strijd om de Waddenzee overgelaten aan de baarlijke duivel zelf: golven van 3 meter, liters buiswater, harde wind, spray en lawaai, wind tegen tij maakte het zo vredige water tot een hellepoort en daar kliefde onze Bavaria doorheen, wel 60° op de wind maar gestaag naar de haven. Boten doen waar ze voor gemaakt zijn, varen recht door zee , geleid door de hand op de helmstok , firm but gently.

Met de woorden “leg jij de boot in de haven?” kreeg Jan zonder Vrees een vergiftigd geschenk. 6bf op de kop een smalle haven in met een 44 voeter zonder boegschroef. De neus verleierde en de bemanning sloeg er amper in te voorkomen dat we gingen ankeren in de carré van een bootje langszij. Reling verbogen en een kap in wat houtwerk. De discussie leverde nadien een bestek op van 100 euro. 75 euro had gelukt ware het niet dat zijn vrouw naar buiten stormde om haar man te ondersteunen. 12,5 euro per persoon, leve de solidariteit!

34 mijl op de teller en nadien te weten gekomen hoe Dr Van Vyve als notoir bibberaar koning Albert II heeft kunnen opereren: ze trillen synchroon!

DINSDAG

Een hoge druk gebied begint zich op te bouwen in het zuiden en de wind blijft NW 5. Maar het zijn de laatste stuiptrekkingen. Het echte warme weer is op komst, meer zon, meer blauwe hemel. Op naar Harlingen met opgaand tij en dan richting Kornwerderzand met afgaand tij. 2 getijden in de rug in 1 trip. En we vinden echt het wiel niet uit want meerderen hebben hetzelfde zeilplan: klassieke prachtige platbodems, majestueuze driemasters, we kijken onze ogen uit.  Zelf varen we geregeld met de zeilen ten loevert wat altijd mooie plaatjes oplevert.

We naderen vol zeil een klein bootje dat alleen met grootzeil voor de wind zeilt. Plots dekken we hem volledig af van de wind, waarbij de druk achteraan in zijn zeil wegvalt.  Rest alleen nog zijn  bewegingswind en stromingswind vooraan waarbij we hem doen gijpen en uit het roer doen oploeven  dwars voor onze boeg! Veel geroep , een slag aan het roer en het was over. Overal witte neusjes aan dek, op beide dekken. Nooit geweten dat je iemand kunt doen gijpen.

In Kornwerderzand versassen met 1000 boten is ook een evenement. Ieder voor zich en God voor ons allen. Geen beleefdheidscode, geen volgorde van aankomst, gewoon naar de sluisdeuren stormen en we zien wel. Een 20voetertje aan lij heeft het geweten, hij probeerde nog voorbij te steken tussen de wal en onze robuuste 40 voeter, maar bleef halfweg hangen. Zijn gekraak hebben ze tot in Frankrijk gehoord.

Enkhuyzen met zijn bekende chinees verwelkomde ons met een stralende zon en afnemende wind. De zomer is begonnen! Wat een zeildag! 45 mijl extra op het log.

WOENSDAG

Over een windstil Markermeer en Noordzeekanaal naar IJmuiden, het rondje Noord Holland volledig maken. Door Amsterdam, deels motorend, deels zeilend , heeft wel iets. Onze allereerste negerinnen gespot en Jan zonder Vrees heeft zowaar naaktrecreatie opgemerkt buiten de stadsgrens. Jantje Arendsoog. Mogelijks familie van Winnetou. Wist u trouwens dat niet de Fransen, noch de Italianen de beste lovers zijn? Het zijn 2 andere bevolkingsgroepen: de Noord Amerikaanse Indianen en de Grieken. Sindsdien laten wij ons Winnetou Papadopoulos noemen.

2 sluisen en 47 mijl verder ligt IJmuiden, open water terug.

DONDERDAG

NW 3-4 , fris , pull weer en strak zeilend naar den Helder.

Ondanks de flinke vaart blijven we met onze 44 voeter amper voor een 28voetertje, dat fel aanklampt. Later blijkt het een X-jachtje te zijn met flink wat zeil op en de eigenschap van wreed hoog te kunnen zeilen. Den Helder net op tijd bereikt om de eerste plaats nog te behouden, oef , gewonnen van een 26 voeter. In  het marsdiep gooit de stroming nog wat roet in het eten door tegen te zitten, maar wat kun je heerlijk dicht onder de wal kruipen daar, zeilen tussen de vishengels.

In den Helder wacht ons een afscheidsdiner, want 4 opvarenden gaan ons verlaten. De 4 restanten varen ’s nachts de boot nog voorbij de sluis in den Oever. De nachtelijke  wadtocht  met 2bf  en klaar zicht wordt goed gesmaakt en een korte nacht wacht ons in den Oever

VRIJDAG

Nog 28 mijl te gaan en de boot moet binnen om 13:00.

Bakstagen wind bij de start wat ons inspireert om de halfwinder eens te hijsen, voor het eerst deze week. Een halfuur later gaat de wind erbij liggen samen met de halfwinder, motoren tot Lemmer en zonnen…. en dromen…van een heerlijke week.

370 mijl op het log, veel ervaring rijker, nieuwe vrienden gemaakt, prachtige boten gezien, soms gezeild op de beesten af, wat kan zeilen prachtig zijn.

Engeland blijft wel het onbekende eiland aan de horizon, maar zoals onze Oosterburen zeiden in 45: wir kommen zurück”!

Rondje Zeeland 2006 door Paul R.

Advertentie: Beste Mycers,

het zeilseizoen loopt op zijn einde , de masten worden her en der gestreken, boten worden treurend op de wal gezet.

Echter niet bij de MYC!

Zaterdag 11 nov en zondag 12 nov wordt er bemanning gezocht op de Panacee. 3 man/vrouw voor een heerlijk rondje zeeland.

Vertrek zaterdagochtend vroeg, aankomst zondagavond rond 18u00. Als de wind het toelaat gaan we een stuk de Noordzee op.

Regen en koude zal ons niet tegenhouden, er is verwarming aan boord.

De inschrijvingen gaan nu in, first come first get.

Prijs 50euro pp . Een MYC buitenkans.

Eten en drinken spreken we wel af.



Zaterdag 11 november.

Het zeilplan zat goed in elkaar. Hoogwater Hoek van Holland om 06u00. Vroeg vertrekken richting Roompot met afgaand tij, na de sluis met opgaand tij richting Stellendam, E.T.A. 20u00. Tot zover de theorie. De wind ging er anders over beslissen: 9 bf west, buien, zeer harde wind bij de buien, af en toe zon, volgens de kenners die ons zo mooi oproepen met “alle schepen, alle schepen... dit is de Nederlandse Kustwacht...

2 stoere fokkematen dienden zich ten huize Stabroek aan om 7u00, ene Guy en ene Erik, zware gasten zoals later zou blijken, van die gasten die vissen op reuzenkrabben met kooien op de beringzee mid november maar mietjesachtig vinden.

Op de Volkerak een stevige 6bf en superklein gereefd op naar de Krammersluis. En het gaat goed, scherp 35° op de wind, een knoopje of 4-5. Een paar stortbuien proberen de boel wat te verzieken, maar we zijn toch al kletsnat van het overkomende buiswater , dus blijft de stemming erin. Het materiaal houdt het ook allemaal en gestaag hotsend en botsend komt de Krammer in zicht. Een ongewoon gezicht, als een Sesamgrot openen de sluisdeuren zich bij aankomst, alsof ze ons staan op te wachten. In de zomermaanden kan het anders verkeren, deze flessenhals is gegarandeerd succes op files. Alleen de grote sluis in, wat een luxe! Geen geblaf van de sluismeester: ” Aansluiten!!! Bent u doof misschien??” Op een diefje nog een tweede bootje erbij, die houdt het al vlug voor bekeken op de Oosterschelde en duikt voor beschutting binnen in Bruinisse.

Op de Keten en het Mastgat zit een flinke 7 bf. Toenemende helling bij de windstoten verplicht ons de fok nog kleiner te reven met de schoten binnen het stag. Een ontdekking! Uitstekende zeilvoering, goed op roer, 1 slag voor Stavenisse en de Oosterschelde opent haar grootsheid aan de afslag naar Wemeldinge. Zeg maar Oosterschelde met een grote O. Wat een witte schuimmassa, veel spray, rollende golven van een meter, hoewel het moeilijk blijft ervan de hoogte te schatten. Zout op de huid, zout op de lippen en de ogen, het is toch een indrukwekkende ervaring voor een binnenzeiler.

Ondertussen een actueel weerbericht: Zierikzee 8bf! En het schiet niet meer op, het tij begint te keren, de golven slaan ons bijwijlen dood, de overstagjes lukken soms niet meer omdat we te weinig zeil hebben staan. Snelheid 2-3 knopen. Op naar de volgende opdracht. Onder de Zeelandbrug! 14m60 staat er aangegeven. Maakt 1m60 overschot! Maar hoeveel deining staat er hier verdraaid? Op de pijlers breken de golven met zoveel geweld alsof ze het kleine broertje zijn van die fameuze foto’s van vuurtorens in Bretagne. Ogen toe en met de motor standby zeilend eronder door, lijkt de beste oplossing. Ofwel omkeren en naar huis bij de kachel gaan zitten, maar dat is toch weer geen optie. De motor standby is de beste ingeving van de laatste jaren, want we zijn amper 1 sec onder de brug door of de fok wordt bak geblazen door een windshift. De hoge kant met de voltallige bemanning wordt onverwachts de lage kant en de Panacée giert oncontroleerbaar om haar as richting brugpijler. Een flinke dot gas houdt ons van dat beton weg want rechtkruipen van die lage kant naar die verdomd hoge winch boven gaat niet meer zo vinnig als in onze twintiger jaren.

We passeren Zierikzee, plat water achter de pieren, droge kleren, warme koffie, precies vrouwengezang als sirenen: “ Kom, mannen, kom... we hebben hier alles voor jullie, alles wat jullie wensen, of dromen.... kom ..kom!”  Onder het mom van goed zeemanschap opper ik het idee om de strijd te staken en Zierikzee binnen te lopen. Erik en Guy kruisen de blikken, halen hun schouders op en zeggen: “ Allez, Paul, ge had gezegd dat we naar Burgsluis gingen, paling eten en jenever drinken. En het is nu pas plezant, niet zeveren, he.”

Hun ogen spreken boekdelen. Eén man 1 missie. Die mannen moeten in de tweede wereldoorlog nog gediend hebben op een Japans vliegdekschip vol kamikazepiloten, me dunkt.

En wij op weg naar Burgsluis, met 8 bf, onregelmatige golven van een dikke meter hoog, slechte zichtbaarheid, spray, regenachtig, de ene sécurité na de andere, ter hoogte van de Goeree golven van 4 meter hoog, windstoten tot meer dan 9 bf. En omgeven door zandbanken maar zoeken naar die splitsingsboei die de geul naar Burgsluis markeert. Ongeveer één golf op twee stort zich over de panacee, haar neus duikt regelmatig helemaal onder water. Moet er geen zand zijn?

En dan die spreekwoordelijke druppel die de boel doet overlopen. Een overstag in de buurt van een groene boei, een groot groen monster met al flink wat butsen en builen als getuige van eerdere rampen. “Klaar om te wenden?”  Ree!” Geen snelheid genoeg, de neus wilt er niet door, deinst op de golftop en wordt erdoor teruggeslagen. Geen snelheid, geen roer en we worden door de volgende golf een 10tal meter opzij gegooid. Richting groene boei die we wel niet raken.

Ik opper terug mijn voorstel om Zierikzee aan te lopen met nog meer lijfbehoud en gerugsteund door het feit dat we het laatste halfuur geen meter zijn opgeschoven.

Guy en Erik kruisen opnieuw de blikken en zeggen: “ Het is nu net plezant, dit is pas echt zeilen. Maar ja, jij bent de kapitein en het is uw boot. Jammer, Zierikzee dan maar. !”

Nog 1 stormrondje en een kwartiertje later liggen we veilig aan de wal. De lorelei meisjes zijn er wel niet maar toch is het heerlijk om daar te vertoeven. Soep, stoofvlees met puree en een lekker flesje rood, een babbel en om 21u00 liggen 3 volwassen mannen te ronken in een vochtige boot. En zeggen dat we dit voor ons plezier doen.

De stuurman vertelde me later dat hij toch van die groene boei gedroomd had en Erik had gedroomd van schepen die vergaan waren. Welkom terug bij het menselijke ras, dan toch geen kandidaten voor het vreemdelingenlegioen!

Het woord “haven” krijgt toch een heel ander timbre na een zeiltocht van 8uur in regen en wind: veiligheid, warmte, rust... de veilige haven als een soort moederschoot. Ook het woord “havenmeester” blijft zijn timbre behouden.

Zondag 12 november om 9u30 in een godverlaten jachthaven staat hij daar, moet zich goed schrap zetten om niet met fiets en al van de kade geblazen te worden; Geen douche, geen toilet maar toch 15 euro. Die havenmeester van Zierikzee is en blijft toch de kampioen der havenmeesters.

Niet te vroeg vertrekken want we moeten nog onder de brug kunnen, pas 2u na hoogwater. Windje 7, wat is het rustig buiten en wat is alles toch relatief. Met een puntje fok plat voor de wind naar de brug. 14m10 hoogte! Oeps, een halve meter minder dan gisteren en de golfhoogte schijnt toch niet minder. Goed in het midden blijven met een schietgebedje en het lukt!

Vanaf dat moment is het ‘blue water sailing’, afnemende wind, blauwe hemel, zon voluit, 12 graden (daar hebben we een speciale thermometer voor) en dansend op de golven op naar de Krammer.  Warempel zelfs enkele collega’s die de neus aan het venster steken. En dan weer die eeuwige wet: “zet 2 boten op het water en je hebt een race”. Eén splinternieuwe grijze Elan 36 vaart ons tegemoet, draait voor onze boeg 180° en vaart voor ons uit. Da’s er toch om vragen, niet? De achtervolging wordt ingezet en door van beide kanten almaar meer zeil te zetten wordt de strijd tot op het bot gestreden. Op het moment dat we hem gingen pakken , draait hij echter terug 180°. Dat is ook een manier om niet ingelopen te worden. Moet ik onthouden voor een volgende keer.

Weer alleen in de Krammer en dan vol tuig en uitgeboomde genua aan 8 knopen richting Dintelmond. Zoevend over een rustige Volkerak. Wat kan zeilen mooi en intens zijn. Spijtig dat het moet eindigen, wat een weekend, wat een ploeg, wat een ervaring rijker!!

Turkije oktober 2006 door Chris Van de velde

Pardon? Wat is dit?

Dit is wat het is: de Nederlandse uitspraak van Turgutreis en de baai Paradise.

Meteen weet u het: het gaat over de Turkijereis van dit jaar.

De tijd vliegt, Pegasus, de vliegmaatschappij, ook.

We landden dus zoals voorzien in Bodrum om aan een knappe zeilweek te beginnen.

Het heuvelachtige traject tussen Bodrum-airport en Turgutreis werd door de twee busjes vlug en keurig afgelegd. In de jachthaven was het klassieke wacht-nu-nog-maar-even-op-je-boot weer terug.

De bootjes, dat waren Ana, Maria, Attica en Mira.

Jan Marcelo- Mira - kapiteinde Veronique, Eric, Annemie, Lieve en Jan. Die laatsten kwamen vanuit Frankrijk om deze reis mee te maken.

Marc De Roeck –Maria- had het roer in handen bijWies, Jef, Leen, Eric en Geert.

Onder de giek van Michel Damads boot – Ana- zaten Nadine, Koen, Robert, Ivo, Karen, Heide en ik.

Christiaan Hillemans – Attika – zou Jean, Tony, Christel, Ilse en Knut door de Turkse wateren loodsen.

Van deze instappauze maakten we allen gebruik om te lunchen en om de eerste inkopen te organiseren. Binnen de korste tijd daverden de kleine wieltjes van de supermarktkarretjes over de Turkse klinkers. We duwden ze met een ongeziene lef en nonchalance door de straten. Of we dit thuis ook zouden durven?

De boten lagen klaar om ingepalmd te worden. Vlug alles inpakken en even wegwezen. De meesten wilden even varen op die eerste dag.

We aten die eerste avond in het restaurantje aan het parkje. Geen storm en slagregen zoals verleden jaar. Geen lichtpanne. Toch was het zeer gezellig.

Dag 1 of Turgutreis-Paradisebay

Het weertje was om van te snoepen. Aangename temperaturen streelden onze westerse huid, wat we van de wind niet konden zeggen. Die bleef zich maar heel flauwtjes profileren, zodat ook wat gemotord werd.

Daarvoor werden we echter beloond met prachtige kuststroken.

Het toetje was voor ’s avonds, wanneer de Paradisebay zich in alle rust en schoonheid voor ons uitstrekte. Achter een hele reeks kweekinstallaties hadden rust en pittoresk zich warmpjes verscholen, zodat je het baaitje moest binnenvaren om ervan te genieten. Voor de zwemmertjes een ideale omgeving.

Ook het avondeten kreeg zo een paradijselijke dimensie.

Wanneer dan de avond langzaam de hele baai inademde en met zijn zwart kleed alles toedekte, kwamen duistere fantasieën bij enkele deelnemers naar boven.

Vanuit de Mira vertrok een geheime missie dingipikken. Eén zwom naar de andere boten toe, de andere kwam in zijn bootje aangevaren als afleidingsmanoeuvre. Zo gelukten ze er toch in van bij twee boten het bijbootje te ontvreemden. Het liep telkens weer af met gelach en plezier…overgoten met de nodige alcoholische drankjes.

Dag 2 of Paradisebay – Yalikavak

Die morgen kon ik het wateroppervlak gebruiken om me te scheren, echt spiegelglad. Het kwam de schoonheid van de baai ten goede, maar gaf een flinke deuk in de zeilerspret. Uit de baai wegvaren betekende motor gebruiken.

Voor de foto’s ideaal…maar we waren niet op een fotoshootingskamp, hé!

Gepland was een tocht naar Gumusluk. Maar wind en tijd lieten dit niet toe.

De tussenstop ‘Iassos’ werd dan ook een meevaller.

Hier lag een behoorlijk knappe site met heel wat Griekse en Romeinse ruïnes.

Enkelen van ons lieten alle schroom vallen en brachten in het theater een korte, krachtige dramatische voorstelling. Dat Mycers komedie kunnen spelen werd hier duidelijk bewezen.

Onder een leuke luifel met zicht op visserbootjes met nettenherstellende vissers, spelende kinderen en loslopende honden werd echte Turkse koffie gedronken.

De koffiedras vulde het halve kopje en het zwarte goud dat je binnensloeg vond direct de weg naar je hartspier. Ja, een donkere Turkse kan je hart sneller doen slaan.

Van daaruit vertrok de Myc-armada naar Yalikavak. Een enigmooie zonsondergang begeleidde ons als we de brede baai uitvoeren. Een flink pak zeemijlen lag nog voor de boeg zodat we het laatste stuk in het donker moesten varen.

Het binnenvaren van de haven was er niet zo heel eenvoudig, maar daarvoor was ze dan ook een openbaring. Volledig nieuw aangelegd met lange steigers en prachtige douche- en wc-gebouwen.

Minder goed nieuws: Jan had een zeil met een scheur erin en Christiaan moest al zijn naai- en flikkunst aanspreken om een scheurtje in zijn zeil te repareren.

Voor Jans boot betekende dat ’s anderendaags vroeg uitvaren (motor) om het zeil te herstellen in Turgutreis, de thuishaven.

Dag 3 of Yalikavak – Bodrum

Toen ik mijn uitgeslapen hoofdje buitenstak, merkte ik dat Jan al weg was. Wij haastten ons op onze tweeduizend gemakjes en voeren om 10 uur weg.

Er stond toen een goed briesje. Koen profiteerde ervan en stuurde Ana de baai uit. Maar…ook nu weer speelden de weergoden hun spelletje. Flinke wind wisselde af met flauwe briesjes. Het was een beetje geluk hebben die dag voor wie aan het roer stond.

’s Middags werd dan ook aan boord gegeten.

De mooie wolken aan de hemel zorgden weer voor oohs en aahs van de bemanningen. De kleine eilandjes en scherpe kustkantjes vervolmaakten dit gevoel.

Het slechte nieuws van Jans boot bereikte ons: hij had heel wat  tijd verloren bij de herstelling van zijn zeil. Hij zag het dan ook niet zitten de heel lange geplande tocht nog aan te vangen en vroeg om in Bodrum binnen te lopen.

Solidair zijn ze, de Mycers! We deden het.

In de grote Bodrumbaai viel wel heel wat meer te beleven. Een prachtige viermaster, een speedoverzetboot, visserbootjes…een welkome afleiding.

Bodrum binnenvaren is een beetje middeleeuwsen: een forse burcht waarschuwt je dat alleen vrienden welkom zijn.

Achter de kaaimuur zie je dan de immensgrote haven met zijn grote zeilschepen, links daarvan de jachthaven. Sterk bezocht.

We kregen allemaal een plaatsje toegewezen. Bodrum nodigde meteen uit om er een kijkje te nemen.

Die avond gingen we eten bij NN , waar een overijverige eigenaar al zijn Belgenkennis bovenhaalde om ons te verstrooien. Zijn quizvraag – welke beroemde Belg kwam hier vaak- werd uiteindelijk opgelost: Jacques Brel.

Dag 4 of Bodrum – Amazonekreek

Ondanks de Bodrumdrukte werd het een zacht ontwaken. Snel nog wat inkopen want die avond werd geankerd in de Amazonekreek.

’t Klonk veelbelovend.

Bodrums periferie is de moeite. We gaven onze Mycersoogjes de kost en bewonderden weer de viermaster en de volgebouwde kuststrook.

Een zeemijl verder waren we weer dat kleine bootje dat op de groene golfjes deinde. Genieten, dat was het. Wind, geruis van het water…

Michel fronste de wenkbrauwen toen hij de koers uitzette. Alles ok? Nee, we voeren pal op een serieuze storing af. D’r zat wat aan te komen.

Even genoten we nog van enkele nieuwsgierige dolfijnen om dan met toenemende windkracht op ons doel af te stevenen.

Onze bemanning kleedde zich stilaan om tot acteurs van een rampenfilm. Windkracht 1O om te zien of zoiets. Roodgele, blauwe en rode pakken bedekten iedere huidcentimeter. Wat overbleef leek op een boerchazeilpak voor moslema.

Spattend nat, huilende wind en een bonkend schip maakten het avontuur nog bangelijker.

Toen we dan uiteindelijk de Amazonekreek binnenvoeren, viel de wind weg en bleef wat druilregen over.

De rust en het enig mooie uitzicht overwelmde ieder van ons.

En hoewel grote, bruine kwallen tergend langzaam in het water voortbewogen, waren onze zwemmers weer niet te stuiten. Vlug het water in. De grapjes volgden: kranige zwemmers werden met de vinger nagewezen als reuzekwallen!

Die avond verdronken we de storm en lachten we hem weg.

In de late uurtjes werd Cleopatra’s levensloop aangehaald. De volgende dag zouden we naar Cleopatra’s strand gaan. Cleopatra was inderdaad voor een tijdje naar het veilige Klein-Azië gevlucht om aan de politieke dreiging in het toenmalige Egypte te ontsnappen. Uiteindelijk kon ze bij haar terugkeer naar de macht grijpen, gesteund door haar politieke vrienden.

In de hoop deze sexy politica in haar laat-Egyptische bikini op het strand te zien, sliep ik in.

Dag 5 of Catalça -Cokertme

Is het omdat de kat een heilig dier was bij de Egyptenaren? Is het omdat Amazonekreek in het Turks CATalça is?

Die ochtend zat ik met een lichte kater. Ik maakte me niet al te veel muizenissen

en dronk een flink glas melk.

De baai lag er weer mooi en rustig bij. Wanneer we echter het landpuntje bereikten, was de wind er. Een stevige bries, bolle zeilen, bootje schuin, golfschuim dat de flanken van het ranke bootje streelde… zaaaaaaaalig!

Nu nog Cleopatra!

De weergoden beslisten er anders over! Wanneer we de baai, waarin ze – waarschijnlijk – ergens op een pracht van een strandje haar eeuwenoude schoonheid zou tonen, wilden inslaan, ging de wind nukkig en hard op kop staan.

We besloten dan maar verder te zeilen, pal op de kust en dan zouden we langs de kust verder afzakken richting Cokertme.

Het werd nog heel leuk zeilen.

Toen we Cokertme naderden merkten we meteen dat de liberalisering van de havenmarkt in Turkije ook werkt. Twee Turkse mannen probeerden armwiekend hun steiger aan te prijzen. Onze boot was sowieso al een linkskoers aan het varen, zodat de rechtse Turk het pleit won.

Het hoofd naar beneden, de armen slap naast het lichtgebruinde lichaam draaide de ontmoedigde linkse Turk zich van de zee af, richting vasteland.

Het strandje was pittoresk. Drie ‘restaurantjes’, een danstent, loslopende honden.

Enkele oude vrouwen, met hoofdsjaaltje, zaten gehurkt op het zand te wachten.

Ze werden iets later opgehaald door een groepje oude Turkse mannen. Het notoire petje en de borstelsnor en – wenkbrauwen verried het patriarchale in hun houding. Mak en volgzaam slenterden de gesjaalden achter hen aan.

Op de steiger probeerde Ivo zijn crew en ook de anderen het salsaritme bij te brengen. Plezier gegarandeerd.

’s Avonds aten alle zeilers in Rosemary,s place. De eigenaar gelukte er in het sjmoedelige Turks restaurantje te verstoppen achter enkele piraatsymbooltjes.

Gezellig was het wel.

Voor de boot van Tony werd het Vlaams litteraire werk ‘De vis wordt duur betaald’ echter realiteit. Tony was al eens gaan scouten voordien en zijn oog was op een reuzevis gevallen. Die werd meteen besteld voor die avond.

Hij had niet gemerkt dat bij de bestelling de neusvleugels van de piraat-eigenaar eventjes trilden en de handen veelvuldig in elkaar gewreven werden.

Diezelfde handen grepen na het etentjes gretig de Euro’s vast. Breedlachend vanonder zijn piratensjaaltje wenste hij Tony en de zijnen nog veel plezier.

Ze waren altijd welkom!

Na het etentje werd uitvoerig gedanst. Salsa, beat en Turkse volksdans maakten het feest compleet. En de raki vloeide…

Op de Ana werd het feestje tot in de vroege uurtjes verdergezet.

Dag 6 of  Cokertme – Turgutreis

Nagenietend van het lekkere ontbijt gooide de bemanning de touwen los.

Bay, bay, baai.

Een toeterende would-be piraat wuifde ons uit.

De schelle toon van zijn witmetalen toetertje bleef nog even op onze Eustachiusbuis nazinderen.

Een beetje onwillig kliefde de boeg van het bootje zich noordwaarts. Hij wist het, het einde van de reis naderde.

Het bootje had er beslist nog zin in, maar de wind bleef die ochtend wat langer in zijn wolkenbed liggen. Hij draaide zich nog eens lekker om in zijn wattenpak en liet het zonnetje lekker warmen.

Straks, dacht hij, blaas ik die daar beneden nog wel eens wat.

Van de luwte maakten velen gebruik om wat oefeningetjes te doen.

Manneke overboord spelen was een geliefde bezigheid.